gate litteraire aristocratie en een litterair prole- tariaat zullen bezitten, terwijl de litteraire „middenstand zal verdwijnen. De littera- tuur van beteekenis zal kunnen bestaan, en de waardelooze lectuur zal bloeien. — Zoo besluit Lybecker. Is dat mis- schien niet nóg te optimistisch ? Er zou enkel plaats zijn voor een litteraire aristo- cratie en een litterair proletariaat, voorspelt hij. Maar een beginnend schrijver, ook met het grootste talent, heeft op zijn best heel-wat door te maken voor hij tot de eerste soort behooren gaat. Zal de duurte van het boek en de moeilijkheid om een uitgever te vinden aan de meeste eerlijke jonge krachten den weg niet afsnijden ? Voorlichting van het publiek kan hier alleen helpen, en deze voorlichting moet hoofdzakelijk uitgaan van een goed inge- richt en deskundig geleid bibliotheekwe- zen. Zeer belangrijk is in verband met deze Deensche klacht een « door een boekver- kooper ® geschreven artikel in The Publi- sher's Circular (London). Wij halen er uit aan: « De productie van boeken neemt steeds toe, en hun kwaliteit neemt steeds af. De nieuwe boeken nemen steeds meer in aan- tal toe ; zij zijn over het algemeen beter gedrukt, op beter papier dan vijftg jaar geleden ; doch wat betreft inhoud, stijl, compositie, zijn zij op enkele schitterende uitzonderingen na, in alle opzichten min- der. Wij hebben ons niet bezig te houden met de oorzaken van deze degeneratie, wel- ke slechts één uiting is van de geheele da- ling van den algemeenen smaak. Het is voldoende het feit vast te stellen en zijn uitwerking op den boekhandel te onder- zoeken. « De vraag naar nieuwe boeken, in het bizonder naar nieuwe romans, overtreft het aanbod. De meesten lezenliever een nieuw verschenen boek, zij het ook slecht, dan een van ouder datum, zij het ook goed. Sentimenteele en sensationeele ver- halen, welke op geen hooger peil dan de penny-verhalen van twintig jaar geleden staan, worden tegenwoordig verkocht voor 7, 8 en 9 shilling. 34 « Deles welke de boekverkooper hier- uit kan trekken, schrijft de man, is even duidelijk als belangrijk. Sedert de kwaliteit der boeken afneemt, dient de markt voor boeken te worden gezocht bij een minder eischend doch grooter publiek. Niet aan de uitgelezen weinigen, doch aan de groo- te ongeschifte massa mannen en vrouwen dienen boeken te worden aangeboden en verkocht. Dit publiek bestaat en de-boe- ken die er voor geschikt zijn worden uitge- geven. Laat de boekhandelaar, hun verkoo- pen wat zij noodig hebben ; als man van smaak moge hij dat betreuren, doch als handelaar dient hij tevreden te zijn met den ruil. » En als een teeken, dat het hier een zeer ernstige en algemeene crisis geldt: De Manchester Guardian van |4 September bevatte een hoofdartikel over « Slechte tijden voor goede boeken *, waarin o. a. telezen staat dat de ernstige schrijver, die geen groote populariteit bezit, er geen gat meer door ziet. Zoolang een six-shilling roman mits een bedrag van ongeveer veer- ug pond kon worden uitgegeven was een geringe verspreiding voldoende om de kosten te dekken en eenige kans op winst te geven. Maar thans denkt een uitgever twee of driemaal over elken roman na waarvan hij niet zeker weet dat hij populair genoeg van aard is om een verkoop van ten minste eenige duizenden te verzekeren. De beste boeken komen daardoor in het nauw. « Die tijd komt nooit terug, meent de Manchester Guardian, waarin de boeken die de grootste waren in hun soort ook het best verkocht werden en de rijkste bron van winst waren. Boekenproduktie in Frankrijk De Fransche boekenproduktie over het jaar 1920 toont een vermeerdering verge- leken met die van het jaar 1919 : 6315 te- gen 5361 in 1919, een vermeerdering dus met 954. De overwinning der geallieerden, aldus de Bibliographie de la France, gaf grond tot de verwachting, dat het herstel van den toestand van vóór | Augustus 1914 sneller zou geschieden, maar de algemeene fi- nancieele toestand, welke het gevolg is vennen