Om een lang verhaal kort te maken zouden wij aldus willen resume- ren : Wij ervaren de vereniging 1. als een organisatie die zich — naar ons gevoel — te veel bekommert om de vraag of zij nu eigenlijk een vereniging is van mensen of van in- stellingen. Wij zouden eerder zeggen : de vereniging moet zich opstellen ter bevordering van het bibliotheekwerk in Vlaanderen (en daarin gaat het zowel om mensen als om instellingen). 2. Wij ervaren de vereniging als een vereniging die te braaf, te voorzichtig, te bescheiden, te vriendelijk is — zeker in haar relaties naar ‘de overheden’ toe ; en die daardoor ook niet of nauwelijks au serieux wordt genomen. Wij zouden eerder willen dat de vereniging zich laat kennen als een vitale, bewuste drukkingsgroep, die zonder dubbelzinnigheid, tegenover iedereen haar EISEN moet durven stellen. 3. Wij ervaren de vereniging te zeer als een vereniging die zich te weinig heeft gekommerd om het aankweken van een bewuste, konkrete, gezonde mondigheid in de Vlaamse bibliotheekwereld. Wij hopen op een vereni- ging die aan die mondigheid, zonder dralen, met man en macht gaat sleutelen. Als zij dat kan realiseren bewijst ze de Vlaamse bibliotheekwereld niet alleen een levensgrote dienst, maar zal ze — als vereniging — een dui- delijk en aantrekkelijk gelaat vertonen, dat overal zonder moeite herkend en erkend zal worden ; iets wat wij haar, vanop deze plaats graag van harte toewensen. 96 / Bibliotheekgids—Jg. 53 — Nr. 2-3 — 1977