HOE ENGEL ZIJN BIENTJE KREEG. 27 gewissen ordergang wilde behoeden. Ja, er waren lieden, die ’t er voor hielden, dat de zaak op politiek terrein zou gebracht worden,en die eene aller- hevigste worsteling tusschen liberalen en catholie- ken, vrijmetselaars en jezuïeten ter gelegenheid van de weging en keuring der varkens voorspelden. « Engel, dat recht moet ik hem laten weervaren, trok zich die verschillende geruchten, al zoomin als het gepoch en den laster onzer tegenstrevers, de arti- kels en pennestrijden der dagbladen veel aan. Met bewonderenswaardige koelbloedigheid hoorde en las hij wat vóor en tegen ons werd gezegd en geschreven, vernam hij hetgeen van kuiperijen, beloften, omkoo- pingen, drukking en politiek werd rondgestrooid. Glimlachen zag ik hem meermalen, wanneer ons praatjes in ons voor- of nadeel werden aangebracht; toornen zag ik hem nooit, « Ik weet, dat de Heeren rechters soms rare vogels zijn, en dat er in de wed- strijden weleens deerlijk geknoeid wordt; maar. olie zal bovendrijven! » was al wat ik hem bij de trouw- looste aanvallen onzer tegenstrevers en ’t vernemen van de meest onrustwekkende geruchten hoorde zeg- gen. Met zijn vader was het zoo niet. De vergui- zingen en beleedigingen maakten hem razend; de uitstrooisels maakten hem bang. In de eerste meende hij vooral het werk van Door Matthysen te bespeuren; de tweede deden hem het ergste vreezen. Moest inderdaad de prijs eens aan Engel ontsnappen! Moesten eens zijne varkens wezenlijk het onderspit