OFFICIEELE MEDEDEELINGEN EAMENZITTIJD VOOR BIBLIOTHECA- RISSEN TE ANTWERPEN UITSLAGEN Op Donderdag 27, en Vrijdag 28 Maart hadden te Antwerpen in de centrale van de Stedelijke Volksboekerijen, Blindestraat 19, twee examenzittingen plaats voor het bekomen van het staatsdiploma als bibliothecaris. Maak- ten deel uit van de jury : de heeren Leo van Molle, staatsopziener O.B., als voorzitter ; de heer W. Schouteden, insgelijks opziener O.B., als secretaris ; de heeren L. Baekelmans, E. H. J. Baers, Ger Schmook, als leden. In afwijking met het vroegere gebruik werd een tusschengraad voor de onderscheidingen ingevoerd. 14 pünten geven thans recht op onderscheiding, 16 op groote onderscheiding, 1 8 op grootste onderscheiding. (Voorheen wa- ren de grenzen, 1 6 n= onderscheiding, 1 8 -— groote onderscheiding). 17 kandidaten boden zich aan. Daarvan slaagden : Met groote onderscheiding : Cecilia Hans, Antwerpen ; Jan Hermans, Ant- werpen. Met onderscheiding : Herman van Doeselaer, Berchem ; Georgetta Moens, Antwerpen ; Pieter Verdin, Brustem ; Hendrik van de Heyning, Antwerpen. Met voldoening : Elza Hadermann, Antwerpen ; Karei de Schrij- ver, Antwerpen ; Marcella Snacken, Antwer- pen ; Ernest Demarest, Knokke ; Antoon van Molle, Londerzeel ; Jan Vandersmissen, Aalst bij St. Truiden ; Robert Deconinck, Zweveze- le ; Irma Engelen, Borgerhout. IN DE «KAMER VAN LETTERKUNDIGEN VOOR OOST-VLAANDEREN » De Kamer van letterkundigen voor Oost-- Vlaanderen, heeft onlangs te Gent haar eerste algemeene vergadering gehouden onder leiding van haar voorzitter, dichter Richard de Cneudt. Het bestuur wist mede te deelen dat reeds kon- takt was verkregen met de stedèlijke en provin- ciale overheden en van die zijde steun werd toegezegd. Dan werd van gedachten gewisseld over dat deel van het programma der Kamer dat het eerst in aanmerking kan komen, om met dezen steun verwezenlijkt te worden. En als eerste punt van dit programma "werd de oprichting van een stedelijke bib1 iotheek te Gent voorop gesteld ; verder het inrichten van voordrachten en lezingen, het verleenen van steun bij het uitgeven van nieuw werk en ten- slotte de behartiging der stoffelijke belangen der leden. PERSONALIA Prof. Dr. NICOLAAS van WIJK f Op 25 Maart jl. overleed, nauwelijks 60 jaar oud, prof. van Wijk _(geb. 4.10.1880). Sinds 1913 was hij hoogleeraar in Balto-Sla- vische talen aan de Universiteit te Leiden. Hij stond vooral bekend om zijn werken op het gebied van de Russische literatuurgeschie- denis : Hoofdmomenten der Russiese letterkun- de (1919); Geestelik leven en letterkunde in Rusland gedurende de 19° eeuw (1920) en Geïll. Geschiedenis der Russische letterkunde (1926). Minder bekend is dat prof. van Wijk een tijdlang (1907-1913) werkzaam was in het bibliotheeKbedrijf, nl. als onderbibliothe- caris bij de Koninklijke Bibliotheek te ’s-Gra- venhage. Uit de in deze jaren opgedane erva- ring met de moeilijkheden in de spelling der Russische eigennamen, groeide zijn poging hierin verbetering en eenheid te brengen. Zijn opstel « De transkripsie van Russiese eigen- namen verscheen in de Maart- en Mei-num- mers 1913 van het « Maandblad voor Biblio- theekwezen» en werd in 1925, eenigszins ge- wijzigd en aangevuld, opgenomen in de reeks Leeszaalwerk (nr. 5). In 1939 verscheen hier- van een 2e vermeerderde druk onder den ge- wijzigden titel « De translitteratie van Russi- sche eigennamen». Nu de Sovjet-regëering on- langs besloot, voor persoons- en plaatsnamen een eenheids-schrijfwiize in te voeren, gesteund op bet Latijnsch alfabet met aanwending van diacritische teekens, zal een heraanpassing van prof. van Wijk’s werk noodzakelijk blijken. De Russsiche eigennamen hebben . al menig bibliothecaris grijze haren bezorgd. Laat ons hopen dat het werk door prof. van Wijk in- gezet niet «in het dak blijft steken» en bevoeg- de Rusland-kenners zijn taak zullen voltooien. BIJDRAGE 1941 Diegenen onzer leden, die tot hiertoe hun bijdrage niet betaalden worden hierbij nogmaals dringend verzocht zich onverwijld in regel te ste'len door storting op nostcheckrekening nr. 97 5.19 (VI. Ver. v. Bibliothecarissen) ■ De bijdrage blijft bepaald op minimum 15 fr. ; maar meer dan ooit is een vrijwillig verhoogde bij- drage zeer newenscht. 31