EN ANDERE VERHALEN. 63 duiden, indien ik eene plaats aanvaardde, waarop verscheidenen hunner misschien meer recht hebben damien Ik zal u niet ontveinzen, dat de vrees uwen vader te mishagen, en de wensch wel met hem te staan veel hebben bijgedragen, om mij het eervolle aanbod van den meester van de hand te doen wijzen en hem iets anders voor te stellen, dat, hoop ik, mij Bavo voor altoos zal tot vriend maken. » Nathalia was door dit bewijs van liefde van wege haren beminde zoozeer getroffen, dat zij met moeite de tranen kon bedwingen, die ín hare oogen parelden. Met ontroerde stem sprak zij, terwijl zij hem de hand reikte : « Zoodat het grootendeels om mij is, dat gij die schoone plaats weigert ?.…. Heb dank, mijn vriend, heb dank. Ik zal niet vergeten wat gij ter liefde van mij gedaan hebt. » « Ter liefde van u en van mijzelven, waarde Nathalia... Gij bemint mij : wat heb ik meer te verlangen ? Gij bemint mij als eenvoudig werkman: wat heb ík eene betere plaats noodig ?.…. Ik ben jong, gezond en sterk, ken mijn vak en heb moed en arbeids- lust. Daarmede zal het mij nimmer aan middelen ontbreken, om in onze behoeften te voorzien... en in die der kleine familie, welke eenmaal, als ’t God belieft, ons geluk zal komen vergrooten, » voegde hij er bij op eenen toonen met eenen blik, die het meisje beschaamd de oogen deden nederslaan. « Wat ik vooral noodig heb, is de vriendschap, de genegenheid uws vaders, Á