het haast, of aan staat en maatschappij alleen bestaansrecht toegekend wordt, om de individuen in de gelegenheid te stellen met soortgelijke individuen op de best mogelijke (niet-verplichtende) wijze bijeen te komen om onder elkaar (al of niet voorbeschikt zijnde een eigen mee- ning te hebben) hun opvattingen over dit alles uit te wisselen. Alles wil hij in dienst stellen tot verwer- ving van de waarheid, die — eens bereikt — van zelf de menschheid zal vervormen en bevrijden. De waarheid, .— geen kleinigheid!, maar hij weidt niet verder erover uit en laat ook zijn held Mosita, de man die iedereen geluk- kig maakt, die met hem in aanraking komt, door hem te overtuigen dat „jeder seinen Geist den eigenen Gesetzen gernasz zu entwickeln habe" en hen verwijt alleen met zijn hoofd te willen denken, haast het heele boek door achter de schermen blijven. Maar in dien geest spreken ze allemaal : zoo leert een jonge tooneelspeelster, die haar eigen drama s naar modern Europeesch, d. w. z. realis- tische manier speelt, zoo schrijft haar vriend romans „die den Leser auf die ihm bisher ungekannteWeltaufmerksam machen, in ihm das Verlangen wecken sollen über sich selbst nach zu denken, selbst den weg zur Umgestaltung seines Lebens zu suchen und zu finden". Dit is de maatschappij, die Takeutschi zich droomt. Maar wat kan wel wederom minder inspireerend zijn voor kunste- naars, die hun stof in het leven moeten vinden dan dit bestaan, deze schare van bij ieder gebeuren alleen eigen ontwik- keling beoogende en beredeneerende enkelingen? Deze menschelijke verhou- dingen die alleen naar het profijt gere- geld worden dat de eene uit de conver- satie met de anderen trekt? De kracht der liefde heeft alleen recht van bestaan met rationalistische doeleinden. Familie- leven : snert! „Dass Mann und Frau zusammen leben und alle Tage über tausend Geringfügigkeiten plaudern, das nennt man Familienleben.V/o bleibt da für den menschen als geistiges Wesen die Freude am Erhabenen?" Waartoe dient deze generaliseerende rangschikking naar „geringfügig“ en „erhaben"? Hoeveel op de duizend zijn er voorbeschikt zich op een vruchtbare manier doorloopend met het verhevene bezig te houden? Staat hij, die ook in het noodzakelijke, nietige van het alledaagsche gebeuren de verheffende zin weet te bespeuren en in vorm te brengen als scheppende kracht niet boven de steriele woordvoerder van het verhevene als een vaag begrip, dat zich alleen verwerkelijkt in een zinrijke ontplooiing van het leven? Die schep- pende kracht, die de vorm van elke actie bepaalt, die alleen ook de kunst voortbrengt, evenals de scheppende kracht der liefde is Takeutschi onge- twijfeld altijd een raadsel gebleven, dat hij zelf alleen redeneerend trachtte te benaderend en zoodoende moest mis- verstaan. II Het leven waarvan Martin Buber spreekt in zijn boek „Ich und Du kent geen doeleinden,zooals het teleologisch gerichte denken van den Japanner. Het lezen van dit boek is als het betreden van een volmaakt schoone ruimte ter meditatie, waar iedere lijn, alle proportie’s tot de zuiverste eenvoud zijn herleid. Terwijl Takeutschi het hoogste heil verwacht van de ontwik- keling tot een populair geestelijk leven, weet Buber dat dit meestal eeh belem- mering is voor het ware „Leben des Menschen im Geiste" en dat de ware groeikracht alleen in de relatie s van den grooten samenhang moet gezocht worden — dat die alléén het is, die de wonderen der ontplooiing, de zichtbare geheimen van het leven besluiten. „Geest is niet in het „Ik", maar tusschen „Ik" en „Gij". Hij is niet als het bloed, dat in u klopt, maar als de lucht waarin gij ademt. De mensch leeft in den geest wanneer hij in staat is zijn „Gij antwoord te geven. Hij vermag het, wanneer hij met heel zijn wezen in die relatie treedt. Alleen door de kracht van deze relatie is de mensch in staat in den geest te leven. 79