Meen. De traditie moet aangepast, worden. Nieuwe werkwijzen moeten slechts «à bon escient» ingevoerd worden. De rationalisatie moet slechts geleidelijk komen, na zorgvuldige bestudeering er van. Het is geen S. O. S. dat wé hier uitzenden. Maar o.d. is het tijd dat de belan- gen van onze wetenschappelijke gemeenschap op den voorgrond treden, en dat de bibliothecaris werkelijk wordt wat hij in andere landen reeds is, een intermediaris tusschen geestelijk goed en vorscher. De bibliotheek is geen stapelplaats van onbenut wetenschappelijk materiaal, de bibliothekaris is niet vooral een «conservator» en bewaarder. Deze benaming maaKt trouwens deel uit van een periode in ons bibliotheekwezen, die reeds tot het verleden diende te behooren, en die we zoo gauw mogelijk moeten trachten af te sluiten. Al te lang heeft men eenvoudig «bewaard» om de bewaring zélve. Dit tijdvak heeft heel zeker eène nuttige zijde gehad, en we hebben Voorname — heel- voorname zelfs conservators gekend. Ons richtsnoer moet niet meer alleen verzamelen en inventari- seeren zijn, maar ook tot waarde brengen. De lezer en werker dient hier als uitgangs- punt beschouwd; alles moet ingericht met het doel hem het verblijf en het opzoeken in de boekerijen zoo gemakkelijk mogelijk te maken. Dit is werkelijk kultureel werk. Indien we door het vernieuwen van onze opvattingen en werkwijzen er werkelijk toe komen ons nuttig te maken, dan hebben we onzen rol vervuld. Wht anderen kunnen, kunnen wij ook. Onze plaats onder de bibhotheekszon hebben we nog te veroveren. Dr R. F. APERS. HET BIBLIOTHEEKWEZEN IN FRANKRIJK EEN NIEUW WETSONTWERP Het vraagstuk van de organisatie van het bibliotheekwezen heeft in Frankrijk reeds veel hoofdbrekens gekost. Herhaaldelijk werd het behandeld maar dan steeds frag- mentarisch. Ontwerpen werden gemaakt met de vleet, wetsvoorstellen opgesteld, zelfs neergelegd, maar alles bleef zonder uitslag. •Einde 1905 werd een extra-parlementaire Commissie, samengesteld uit bevoegde personages, gelast een degelijk voorstel op te maken. Een 'zeer belangwekkend verslag met een volledig programma van hervormingen, opgesteld door den heer Ch. V. Langlois,- werd toen neergelegd maar weder bleef het daarbij. De «Association des Bibliothécaires français» heeft zich dan de taak gesteld, de openbare opinie wakker te maken en heeft door hardnekkig volhouden ook een groep Volksvertegenwoordigers voor haar zaak weten te winnen, met het gevolg dat in Novem- ber 1929 een nieuwe Commissie, samengesteld uit volksvertegenwoordigers en hooge 71