4. En 5. NU MEE MO WD Hen oefenen in het vergelijken zulke voorwerpen. … ee « hen ook het onderfcheid tusfíc beeld en het afgebeelde, tusfcl Ì fchijn en de zaak zelve aantoonen. van blad hen het nen den Redenen, waarom de voorwerpen zich dike wijls anders vertoonen dan zij Ts Se zijn: Omdat, of onze zintuigen in geenen gezonden ftaat zijn, of omdat de din- gen, uit hoofde van hunne kleinheid, hunnen afftand of van vaars oorza= ken, zich niet zoodanig aan ons ver- toonen, als zij waarlijk zijne ° Omdat wij datgene, wat wij n een ding voorftelle € 5 niet naauwkeurig len van hetgene wij wezenlijk door de q gewaar worden e 9 Omdat wij in vele zaken onkundig zijn, of er althans geene juist beelden van HED lar Omdat onze ziel dikwijl of ander vooroordee Ee of deze fterke neiging is ingenomen laal CG ULA= Ad > het een { f gene @ e