Full text |
Eene gemeente van minder dan 1000 inwoners b. v., welke verplicht
wordt eene boekerij op te richten moet daarvoor nog geen 250 fr. per
jaar uitgeyen. • ' \r5v- j|||
Om aangenomen te kunnen worden moet de bibliotheek een minimum
van 100 deelen bezitten. Vijfjaren na de aanneming moet de-verzame-
ling vermeerderd zijn tot 300 deelen, dus met 40 deelen per jaar.
Wanneer we nu de huidige prijzen der boeken nagaan, blijkt dat voor
de goedkoope uitgaven, 6 frank per deel als de laagste gemiddelde prijs
moet gerekend worden. De kredieten van drie jaren zouden dus noodig
zijn om tot het minimum van 100 deelen te komen.
Veronderstellen we dat het eerste fonds van den beginne af, volledig
bijeengebracht werd. Het krediet is dan juist voldoende om jaarlijks de
vereischte 40 deelen aanwinsten te koopen. De boeken welke regel-
matig uitgeleend worden moeten tamelijk sterk ingebonden worden, zoo-
niet zijn zij na een jaar totaal bedorven. Dit inbinden kost 4 frank per
deel. Daarvoor ontbreekt het geld. Na eenige jaren zal het dan toch nog
noodig zijn een aantal boeken te vervangen die geheel versleten of ver-
loren geraakt zijn, want hoe kleiner het fonds is, zooveel meer zal het in
omloop zijn. Dus zal er nooit het minste overschieten om die verzame-
ling te vergrooten of aan te vullen door het aankoopen van vakboeken
of bijzondere werken:
Voor gemeenten van meer dan 1 öoo. en minder dan 10.000 inwoners
is de berekening eenigzins anders. Deze moeten 300 deelen bezitten om
te beginnen, na 5 jaren 800 deelen, dus 100 deelen aanwinsten per jaar.
De boekerij eener gemeente met 2000 inwoners heeft dus zelfs niet
het noodige krediet (slechts 500 fr.) om die 100 deelen jaarlijks aan te
koopen. Die eener gemeente met 9000 inwoners, die dezelfde verplich-
tingen heeft maar veel meer inkomsten wordt beter bedeeld als zij alleen
In verhouding valt het dus eene kleine gemeente zwaarder om eene
boekerij te onderhouden dan eene groote. Nochtans is het minimum van
boeken, voorzien voor de kleine gemeenten, volstrekt niet te hoog.
Eene boekerij van 300 deelen is niet te veel voor 1000 menschen, eene
van 800 deelen daarentegen is te weinig voor 10.000. Het getal-lezers
stijgt in verhouding met het getal inwoners. Tevens moet er bij een
groot aantal rekening gehouden worden van de verscheidenheid, zoowel
van ontwikkeling als van overtuiging, van stand en van bedrijf. Zoo
komt het dat eene gemeente van eenig belang dan ook meer dan eène
boekerij te onderhouden heeft. De jaarlijksche kredieten moeten dan
verdubbeld worden met het gevolg dat ook deze niet over het noodige
63 |