sin - 4.0 DE SCHEEPSTIMMERLIEDEN zijde zijne jeugd ontsierde en eene smet op zijnen naam kleefde. Op zestienjarigen leeftijd had hij een zwaren misstap begaan. Door ondeugende vrienden misleid, had hij, zonder al het strafbare der roekelooze daad te beseffen, eenen brandbrief geschreven. Streng had hij „dit vergrijp geboet. Ondanks zijn jeugdigen ouderdom. “ werd hij tot ettelijke jaren gevangenis veroordeeld…. {Na onderstane straf, had hij zijne geboorteplaats, waar allen hem met vingers nawezen, verlaten. Hij hoopte elders zijn verleden te verbergen en door een „jonberispelijken levenswandel zijne schande uit te wis- “schen. In die hoop had hij, eilaas! zich bedrogen Ísezien. Na korten tijd, was zijne veroordeeling ook in de stad, waar hij zich had heen begeven, om er als gcheepstimmerman werkzaam te zijn, bekend geraakt. Hij werd dus verplicht nogmaals een ander toevluchts- "gord te kiezen. Hier was hetzelfde gebeurd. Na een kort gponthoud, was wederom zijne geschiedenis ruchtbaar Sworden, en had hij zich moeten verwijdereu. Zoo was het hem overal gegaan, waar hij zich achtervol- gens nederzette. Overal had de eene of andere omstan- digheid op den duur zijne veroordeeling verraden en datgene aan het licht gebracht, wat hij zoo gaarne door ijver en oppassendheid, door een gedrag, dat wezenlijk voorbeeldig verdiende genoemd te worden, zichzelven en anderen hadde doen vergeten. Hij was middelerwijl met een arm,maar deugdzaam meisje in den echt getreden. Hij had haar, bij het aan- bieden zijner hand, zijn ongeluk niet verzwegen; en zij