Al kan een gebruikersonderzoek zeer instructief en efficiënt zijn om naar bepaalde noden en behoeften bij het lezerspubliek te peilen, toch is het zeer de vraag of van een standpunt van de gebruiker kan gesproken worden. . . Het is mogelijk dat disjunctieve bibliotheekgebruikers er een memng op na houden, hoe de bibliotheek, in casu de wetenschappelijke biblio- theek, best georganiseerd kan worden, of hoe de dienstverlening zou kun- nen afgesteld worden. We beschouwen als zeer onwaarschijnlijk dat het concept van een globale organisatie van de bibliotheek een plaats inneemt in de verwachtingen van de lezer. Veeleer heeft hij oog voor detailaspec- ten, die gewoonlijk aanknopen bij zijn onmiddellijk persoonlijke behoef- ten. ' De bijzondere subjectiviteit, inherent aan dergelijke behoeften, vormt nog geen voldoende reden om elke argumentatie van de lezer af te wimpelen. De opvattingen van de bibliothecaris, die als plannenmaker en organisator optreedt van het bouwproject en de inrichting der leeszalen tot en met het opstellen van de uitleenreglementen en de keuze van de kleur der stoelen en de veringsgraad van hun ruggesteun, zijn trouwens ook met vrij te pleiten van subjectieve inslag. Traditioneel werkt de bibliothecaris als deskundige in zijn vak de gepaste beslissingen uit. Hij wordt we verondersteld tegemoet te komen aan de globale wensen van het lezerspu- bliek. Dat kan als een belangrijk aspect van zijn beroep beschouwd worden. De vraag die moet gesteld worden is : heeft de bibliothecaris het lezerspubliek in dat verband geraadpleegd ? Is dat niet gebeurd, dan moeten we besluiten dat vele opties waarschijnlijk niet beantwoorden aan de verwachtingen van het publiek ! Idealiter moeten de ge rui ers geconsulteerd worden. Maar opdat het gebruikersonderzoek e ectie zou zijn en niet verzinkt in een vicieuze cirkelredenering, is een vereiste dat e lezers vooraf in kennis worden gesteld van enkele evenwel uiteenlopende elementaire bibliotheconomische problemen. . Wie echter van oordeel is dat de bibliothecaris a priori zich de wensen van het lezerspubliek kan indenken en vertolken, met andere noteren o.a. : F. Heidtmann. Materialien zur Benutzerforschung: aus ausgewöhlter Benutzer der Universitâtsbibliothek der Technischer, Univers,tal Ber m. M ünchen-Berlij n, 1971. (Bibliothekspraxis, 3). G. Schoch, Die Universitâtsbibliothek : ihre Nutzung durch die stud^schen Leser Daigestelit am Beispiel der Staats- und Universitâtsbibliothek Hamburg. Munchen (Bibliothekspraxis, 2). Verder : A. C. Hagenaars. Functie en nevenfunctie: gebruikerson derzoek in de Amsterdamse U.B.. in : Archives et Bibliothèques de Belgique. 44 (1973) pp^ 583-592. C. Desama et A. Krins, Études statistiques sur Ie mouvement^ emprumrs a l Bibliothèque Générale de VUniverslté de HftM| in : Archives et Bibliothèques de Belgique, 43 (19/z;, PP- tot nog toe niet verschenen. Bibliotheekgids E Jg. 54mNr. 4 1978 / 215