LIVINUS 125 dat hij de vrouw, om welker ontmoeting het hem te doen was, zou vinden. We Hoe LIVINUS ENKEL GESCHILDERDE VLAAMSCHE VROUWEN VOND. Dat Livinus dien nacht van blonde vrouwen en blauwoogige meisjes droomde, was zeer natuurlijk. Zelfs in den slaap zag hij de dichte drommen wande- laars en vooral wandelaressen langsheen de Schelde kuieren. Allengs kwamen herinneringen uit Parijs zich met die van zijne aankomst te Antwerpen ver- mengen. Hem docht, dat de godinnen, nimfen en ver- dere allegorische beelden der tafereelen van Rubens, welke hij in de galerij van Medecis zoo dikwijls gezien had, hem in zijne kamer een bezoek brachten. Met hare groote hemelsblauwe kijkers lonkten zij hem verleideljjk toe, met de teederste uitdrukking op het schoone gelaat lachten zij hem op de aanminnigste wijze tegen, en hare karmozijnroode lippen openden zich, als versch ontloken rozen, om schitterend witte tandenrijen te ontblooten en hem de zoetste namen toe te lispen. Zij maanden hem aan tot volharding in zijne onderneming en verspraken hem, dat hij eene harer tot vrouw zou krijgen; dat hij te Antwerpen het meisje zou ontmoeten, hetwelk zijne droomen Gr