punten van de Belgische collecties openbaar gemaakt. Het moet mogelijk zijn om voor België een globaal ontsluitingsplan te ontwerpen zoals het Duitse “Kólner Bibliotheks-Erschliessungssystem KOEBES”, een gecom- puteriseerd register met de identificering van 5.500 speciale collecties in de Bondsrepubliek.46 b. Niet alle collecties zijn beschikbaar voor het IL-verkeer. Vanaf hun ontstaan, meestal in de vijftiger jaren, blijven de meeste seminarie-, instituuts- en faculteitsbibliotheken gesloten voor het IL- verkeer. Hun eigen IL-aanvragen lopen ofwel via de centrale universiteitsbi- bliotheek ofwel over verwante bibliotheken in andere universiteiten. Twee belangrijke factoren moeten deze isolatiepolitiek helpen doorbreken. Vooreerst zijn de kredieten voor de deelbibliotheken in aanzienlijke mate gestegen, inzoverre dat zij zelfs in vele gevallen dit der centrale univer- siteitsbibliotheek overtreffen en de beperkte budgetten der centrale bi- bliotheken maken meestal een dubbele aanschaf onmogelijk. Dit brengt mee, dat een aanzienlijke hoeveelheid, vooral recente literatuur, aan het IL- verkeer onttrokken wordt. In bepaalde disciplines o.a. rechten, geneeskunde en positieve wetenschappen leidt dit tot de situatie, dat een beroep op de Belgische bibliotheken voor toezending van een recent werk weinig kans op succes heeft. Soms kan enkel een beroep op het buitenland redding brengen maar dit is dan weer voor publikaties i.v.m. b.v. het Belgische recht als zoeken naar een naald in de hooiberg. Ten tweede dient gewezen op het in- terdisciplinair karakter van veel onderzoekswerk (v.b. ruimtelijke ordening, milieuzorg), waardoor het enge IL-verkeer dat beperkt blijft tot verwante bibliotheken niet langer meer voldoet. Het is niet de bedoeling roofbouw te plegen op de (kleine) seminarie- en faculteitsbibliotheken. Hun collecties dienen evenwel opgenomen te wor- den in centrale catalogi, zodat zij hunnen aangesproken worden telkens als de grote universiteits- en faculteitsbibliotheken het gezochte boek niet kun- nen leveren. Het is ook evident dat een aantal naslagwerken, nodig voor de goede werking van de bibliotheek, aan het IL-verkeer mogen onttrokken worden. Deze naslagwerken zouden immers in principe door de aan vragende bibliotheek dienen aangekocht te worden. Aan de basis van het Belgische IL-verkeer dient de filosofie te liggen, dat alle bibliotheken van het land samen de nationale bibliotheek vormen. (F. Kilgore: “The National Library is the nation’s libraries”).74 Daaren- boven is er nood aan een centrale leencollectie, niet encyclopedisch, maar samengesteld uit elders onuitleenbare referentiewerken. c. Het IL-formulier. De Belgische bibliotheken hebben geen eenvormig IL-formulier, al waren de hoofdbibliothecarissen van de universiteitsbibliotheken het in Bibliotheekgids w~Jg. 53 — Nr. 1 |||i 1977 / 43