xxxii Language.
Hoe lang houden wij hier stil?
Waar zijn wij nu, mijnheer ?

Dit is het laatste station.

Koetsier, breng ons naar .

Wacht, ik moet nog mijn bagage
halen. Il: heb iets vergeten.

Bij het hotel . . . ophouden.

Hoeveel is de vracht ?

Een fooi.

Kan ik een kamer krijgen? met
één bed, twee bedden.

Zeker, mijnheer.

Kellner, wat heb je te eten? het
ontbijt, het middageten, het
avondeten ; drinken.

Breng mij gebraden rundvleesch,
kalfsborst, ham, visch, aard-
appelen, groente (fem. ), brood,
boter, eieren, vruchten, kaas,
wijn, bier, koffie, thee, jenéver.
Mes, vork, lepel, glas, bord,
flesch.

Ik zal morgen om seven uur ver-
trekken ; wek mij om

Wat is onze rekening ?

Wat zijn wij schuldig ?

In welke straat is het museum ?

Hoe ver is het van hier ?

Wanneer is het geopend ?

Dagelijks kosteloos, van tien tot
drie uur, behalve —

"S woensdags en’s saterdags tegen
entreegeld.

Zondag, maandag, dinsdag, don-
derdag, vrijdag.

Vandaag, morgen, gisteren.

Ik wenschte eenige photographien
te koopen, gezichten van .

Laat mij sien wat je hebt.

Dat is niet mooi.

Wat kost het (dat)?

Ik heb geen klein geld bij mij;
kunt gij wisselen ?

Ja, mijnheer; neen mijnheer.

Als ’t U belieft.

es.

  

HOLLAND.

How long do we stop here?

Where are we now, sir?

This is the last station.

Coachman, drive us to...

Wait, I must fetch my luggage.
I have forgotten something.

To stop at the... hotel.

What is the fare?

A fee.

Can I have a room? with one bed,
with two beds.

Certainly, sir.

Waiter, what have you to eat?
breakfast, dinner, supper; to
drink.

Bring me roast beef, breast of
veal, ham, fish, potatoes, vege-
tables, bread, butter, fruit,
eggs, cheese, wine, beer, coffee,

ein. Knife, fork, spoon,

, Plate, bottle.

 

   
 

 

I shall start to-morrow at 7
o'clock; wake me at 6.

How much does our bill come to?

What do we owe you?

In which street is the museum ?

How far is it from here?

When is it open?

Daily, gratis, from ten to three,
except —

Wednesdays
payment.

Sunday, Monday, Tuesday, Thurs-
day, Friday.

| To-day, to-morrow, yesterday.

I want to buy some photographs,

and Saturdays on

2 anv CWS Olean se site

Let me see what you have.
| That is not pretty.
| What does that cost?
|I have no change with me; can
| you change me (some money) ?
| Yes, sir; no, sir.
| If you please.