| Full text |
ZES DE kk ES
De nuttisheid en invloed van het goed,
flichtelijk zingen.
jn de verhandelde pligten eens braven School-
leeraars behoort ook,
Ten vierde, dat hij zijne leerlingen vlijtig oes
Jene in het zingen van flichtelij.
De kinderen, dit weten Wk zingen van nature
gaarne , inzonderheid, wanneer zij zi
bevinden. Zoo lang zi nog geene lie Ü
nen, fchreeuwen zij in ’ wild, en brengen al-
leen blijde of droevige toonen voor den dag,
zonder dat men er een woord van verftaan kane
Zoodra zij echter ouder worden , fehamen zij
zich dit kinderachtig gezang ‚ verlangen naar se
wisfeling , en haken naar lie dies, waarin het ee
of ander verteld wordt, Worden hun nu geer
goede, onfchadelijke liedjes geleerd, dan vang
zij gretig alles op, wat zij, langs de n weg, van
zedelooze fchepfels, hoeren zingen, of koopen
de ftraatdeuntjes, die men overal ziet uitventen.
Onberekenbaar is het nadeel, dat daaruit gebo-
ren wordt. Kwade zamenfprekingen, was reeds
eene aanmerking van den verlichten pa ULUS ;
hederven goede zeden (*), en hoe veel meer da
miet het zingen van B ectende
ne
en
TE
ee
MD
la
Els
CD
wa
wv
(*) 1 Korinih. XV: 33.
? |
