| Full text |
Over opmerkzaamheid en nadenken. K7
den of gebeuren zal, moet eene verfchillend were
kende oorzaak hebben, alzoo het blijkbaar is,
dat geen ding zich zelve kan voortbrengen. —
Het is, « derhalve, dwaas , wanneer iemand vere
Nacht, dat iets worden of gebeuren zal, waar-
toe geene oorzaak v vorhanden is ‚ of wanneer
iemand een oogme k wenscht te bereiken, zon
der daartoe de behoorlijke middelen op de regie
wijze aan te En Dus zoude men, bij voors
beeld, zeer dwaas handelen, indien men zijs
nen ROES ARS n, maar eh eten, Zien, maar
de oogen niet openen, of rijkelijk oogsten, maar
den akker 1 niet behoot rlijk bearbeiden wilde, Even
ZOO ed zoude het zijn, indien een kind
wenschte, dat men hem lief had, en het hem
in zijnen ouderdom mogt welgaan, maar traag
was in het leeren, en alle goede lesfen in deë
wind floeg; of indien een zieke gezond wilde
worden, maar daartoe het gebruik der noodige
geneesn iddelen verwaarloosde,
2, Alle dingen zijn of oorzaken , of witwerkfels
van andere dingen: want zij hebben of andere
dingen voortgebragt, of zin hun beftaan aan
anderen verfchuldigd, — Eén en hetzelfde ding
is dikwijls, naar dat men het befchouwe , uitwerk
fel en oorzaak beide; het is uitwerkfel , omdat
het door andefen is voortgebragt, en oorzaak,
omdat het wederom anderen voortbrengt. Het
eten , het welk uwe ouders ugeven, is oorzaak,
dat Ei He honger ftilt, maar te gelijk het uit-
werkfel hunner liefde en zorge voor u. De warm-
te in de lente en in den zomer is een uitwerk(el
van de zon; doch dit uitwerkfel is ook de mid-
deloorzaak , dat het koren op hêt. veld groeit
en rip wordt; en deze uitwerking der warmte s
IL, Deel, B Nae
? |
