| Full text |
152 Een Schoollesraar moet de geaardheid
uitftek fchadelijk is, Hls begaan
wordt, zoo als. wij u „ zoo ten aanzien van goe-
de ntigingen , die dikwijls bij de kinde ren ondere
drukt, als van eenige bove de gezindheden „ welke
hen vaak ingeplant worden, «door eenige voor-
beelden zullen aantoonen. Laten wij met de eer=
fte. be ginner ie
De lust tot nabootfen.
zitten eene bijzondere neiging
om groote voorwerpen, in he
Rd) zoo als huizen, wagens,
5
en echter
OG
Ck
erf
Cp
kel
molens, enz. doch welke arbeid hun niet zelden
wordt uit de handen gerukt, met eenfcherp ver:
bod, om zich voortaan niet meer met zulk kin-
Ci
derfpel op tehouden. Wij bidden u, geachte
Leeraars! hand delt Be den niet alzooj ontr
het ook aan “de ‘onders „>‘en taönt veeleer,
dat deze be gl heid in
is, wanneer zij gn gepasten tijde dhian wordt 5
want op deze wijze leerer
li
zi
Zl
}
ken, ove rle eggen len erde ni met é én WOoOr d, s
zekerlijk veel heo dan hoa een flecht beek
onderwijs
De Bons Wihar dig ls id, aan fommige kinderen
bij uitftek eigen. - Zij verheugen. zich, wanneer
zi iemand aan zijnen arbeid mogen helpen , en
zijn ongemeen: in: hunnen fehik, zoo zij hem
eenigen anderen dienst kunnen bewijzen. Zoude
men-nu. niet-denken moeten „> dat ee neiging
in een kind. aanseenen ieder behage en hen
aanfporen zoude om dezelve te verfterl ken? En
evenwel: leert eene-droevige ondêrvinding , dat
saar al te-dikwijls het tegendeel plaats heeft.
Dienst=
? |
