| Full text |
Ke
96
33
29
22
97
52
29
22
29
hd
22
22
92
2
22
2
9%
22
2
22
22
bk
93
5
92
32
22
33
2
Over de achting der jeugd
geeft dan dezelve, om deze reden, ook niet
voor zeker op, opdat zij u naderhand niet
verdenken mogen, van opzettelijk de onwaare
heid verhaald te hebben.
Wilt gj uwen leerlingen eerbied en gehoor
zaamheid jegens hunne ouders en overige op=
zieners inboezemen , verwaarloost dan zelf
deze pligten omtrent uwe geestelijke leidslie-
den en wereldlijke overheid niet, en draagt
vooral zorg, om de achting der kinderen voor
hunne ouderen op geenerlei wijze te krenkene
Hoe verkeerd handelen niet in dit opzigt die
leerdars „ welke nooit beter te fpreken zijns
dan wanneer zij de domheid en onkunde van
volwasfenen en ouden, die het een of ander,
dat nu in de fchool onderwezen werdt, niet
geleerd hebben, in tegenwoordigheid hunner
leerlingen, breed beginnen uit te meten. Zi
benemen hen daardoor niet alleen alle achting
jegens huune ouders , hetgeen ten uiterfte fcha=
delijk is, maar boezemen hen ook eene on
verdragelijke trotschheid in, die hen op alles;
wat volwasfenen en ouden doen of zeggen,
met verachting doet nederzien, — Laat cen
ware , zuivere eerbied voor God, bij alle ge-
legenheden, doch inzonderheid bij het onder-
wijs in den Godsdienst, bij het gebed en gode
vruchtig gezang, in alle uwe woorden en ge-
baren doorftralen; geeft uw ernftig misnoe=s
gen te kennen, wanneer Uwe fcholieren iets
doen of zeggen, dat met dezen eerbied jegens
cop ftrijdig is, en wacht u zorgvuldig, om
niet zelf , lagchende of fchertfende , zijnen
heiligen naam, of dien van zünen Zoon, ligte
zinnig te gebruiken,
po Det
? |
