| Full text |
fn het algemeen, 71
gen, gelijk ook daaruit alle de nadeelige gevole
gen van willekeurige belooningen en ftraffen ,
hierboven opgegeven, zouden geboren wore
den,
Een ander beletfel, waardoor de natuurlijke
belooningen en ftraffen dikwijls in bare bedoel
de werking verhinderd worden, is hierin gele-
gen:
e. Dat de driften weeltijds te flerk zijn, of
het „gevoel voor de gevolgen te zwak is, _Wan-
neer de natuurlijke gevolgen eener daad door
het kind wel worden opgemerkt, maar deze
niet fterk genoeg op hetzelve werken, dan
moet men aan deze gevolgen meer nadruk trach»
ten bij te zetten. Hoe ongerijmd dit ook in
den eerften opflag fchijne, daar men toch aan
de natuurlijke gevolgen eener daad geene groo.
tere werkingskracht kan geven , dan zij uit cigen
aard bezitten, is het toch ontwijfelbaar zeker,
dat men veel kan bijdragen, om de beletfels, die
hunnen invloed bij kinderen kunnen ftremmen ,
te verminderen of geheel uit den weg te rui-
men. Hiertoe moeten wij dus onze oplettend-
heid bepalen, en trachten aan te toonen, hoe
meu in het opgegevene geval tot dat einde te
handelen hebbe,
Zijn fommige driften te fterk, dan kan men
die het beste matigen door de kinderen, zoo
veel mogelijk, van de gelegenheden te rug te
houden, waarbij zij zouden kunnen worden
gaande gemaakt. Van dezen aard zijn toorn,
wraakzucht, oploopendheid en dergelijken.
Meestal echter heeft, bij fterk aangroeijende
driften, het geval plaats, dat men tot ftcllige
betooningen en ftraffen zijne toevlugt moet
E 4 ge
? |
