| Full text |
denkbeelden te doen verkrijgete rag
heid, iemand, in de kunst ervaren, te hooren
onderwijzen, bedient u dan van dezelve, zoo
veel mogelijk, en leest en beoefent tevens, met
de meeste vlijt, alle goede voorbeelden, wel=
ke gij hier en daar vindt opgereekend, Oefent
gì u behoorlijk iz deze belangrijke kunst, dan
zullen de moeijelijkheden , welke gij bij het on«
derwijzen in den aanvang ontmoette, van langs
zamerhband minder, en uwe vaardigheid in hete
zelve zal van tijd tot tijd grooter worden.
Om echter deze oefening behoorlijk in het
werk te ftellen, moet gij u daartoe telkens op
deze wijze voorbereiden:
1. Moet gij datgene vooraf beoefenen, wat gij
onderwijzen wilt.
e, Bij u zelven nagaan, of uwe fcholieren niet
reeds, uit eigen ervaring, of uit ontvangen on-
derwijs, iets bekend zij, waaruit gij hun het
onbekende, het welk gij hun wilt leeren, door
de leiding hunner gedachten, gemakkelijk kunt
doen kennen.
3. Overleggen, van welke vragen gij u thans
het best bedienen kunt, om uwe leerlingen tot
nadenken op te wekken, en hunne denkbeelden
zoodanig te leiden, dat zij, om zoo te fpreken,
van flap tot flap, de zaak , waarmede gij hen
bekend wilt maken, meer van nabij leeren ken-
nen.
Wanneer nu het onderwijs zal aanvangen;
dan moet gij eerst onderzoeken , of uwe fchg-=
lieren de voorafgaande kundigheden , welke gij
in hen vooronderftelt, wel met der daad bezit-
ten, en mangelt het hieragn, dan moet gij
hun vooraf van dezelve trachten te voorziene
Houdt altijd bij- het onderwijzen dat punt in het
008 3
fs AN nnn
? |
