| Full text |
Ne 5 igit á 9 E anos B sss
Over de overtutetne van het verhard
9 J D
gen! is „gele o gij niet
Ì oof daarvooi
Í 1uwen 3 le eene
uigenis alleen dan een neer zij
door eenen geloofwaardig n wordt;
en hj, die de waarheid veet, en haar
tonduit zeggen wil, kan lJanig wore
den aangemerkt. Wanne igenis van
di ï
een ander dus wilt beproeven, dan moet gij on-
derzoeken, of die getuigenis wel door dien per
foon gegeven zij, op wiens rekening zij
de 12 of ‘hij datgene met zeker heid kan
te wat hij als waarheid opgeeft; en
genegen zij, om de waarheid te zeggen.
gij flechts ee dezer vereischten met geene vol
komen ee oefte ne dan moet gij de
PEEN ne getuigenis Nien 2 elooven. De verwaar-
looz Ì gel Hie niet zelden menig-
Gülaiee ade: eeg gebragt, en veroor-
zaakt , d: it enfchen, tot hunne groote
fchade ,
en van
formuliergebede
zij van hekfen, fpooken E
linge werking van deze of gene
lazen , hoorden verhalen 3
2. Nooit moet gi andere, dan geloofwaardis
ge, getuigenisfe en bewijze eener waarheid ;
bijbrengen, en niet wanen, dat het om het even
is, van welke gij u bedient, wanneer de zaak,
die gij bewijzen aile flechts met de waarheid
overeenkomt. — Dit «kan ook dan ,\ wanneer de
zaak waar is, zeer fchadelijk zijn: want ontdek-
ken uwe fcholieren, dat de door u aangevoerde
getuigenis valsch of twijfelachtig is, dan heeft
dit ligtelijk ten gewolge, dat zij niet alleen de
waarheid, welke gij ftaven wilt, maar ook uw
5e
OD W
+
? |
