| Full text |
Over den post eens Schoolleeraars, es
nen vader leerden; en dus werkt deze, wanneer
zijne kinderen naderhand tot eene beftemming
geraken, door ieder kind, in eenen bijzonderen
kring, zeer veel goeds. Elk kind kan dan een
{tam van een nieuw, godvreezend huisgezin wore
den: want ook”zij zullen ten aanzien van de op=
voeding “het uitmuntend voorbeeld huns, reeds
zaligen vaders volgen, en het goede , dat zij
dan , dikwijls onder-het ftorten van eenen traan van
dankbaarheid, aan ‘hunne kinderen van hunnen
grootvader vertellen zullen „zal op derzelver ge=
voelige harten krachtdadig werken , en hen aans
fporen , om zija roemrijk voorbeeld met moed en
lust na te volgens Zelfs doet er zich niet weinige
hoop op, dat ook deze kinderen den weg, hen
door derzelver ouders en voorouders aangewee
zen, zullen blijven bewandelen, — in nieuwe
kringen. wederom veel goeds zullen te wege
brengen „en alzoo eene godvruchtige nako«
melingfchap achterlaten, die ook. nu, op hare
beurt, geluk en zaligheid rondom zich verfprei-
den zal, — Gij ziet dus, mijne Vrienden! hoe
veel goeds één enkeld wel opgevoed kind allers
wege, ja, GoD weet! ondér hoe vele honderd=
duizend menfchen , door hoe vele geflachten en
eeuwen der wereld, werken kan (*). En wie
hielp’ nu,-naast de ouders, onder den Godde=
lijken bijftand, daartoe den grondflag leggen?
Wie anders, dan de Schoolleeraar, die door de
Voorzienigheid tot een werktuig gebezigd werd,
om het verftand en hart van dat ééne kind zoo
te
(*) Men vindt hiervan een treffend voorbeeld in het
huisgezin. vanden braven TOBIAS. 7Zoó, XIX: 17e
B 5
? |
