| Full text |
na den Jchooltijd. 29
ni
ftrekt noodig hebt ; maar zorgt, zoo veel gij
kuns dat zij, ter rester tijd, vlijtig hun werk
verrigten. ’
34 eel Geeft naauwkeurig acht, dat uwe kin-
deren in huis, of buiten hetzelve, niets kwaads
zien of hooren, waardeer zij van gee goede te
rug gehouden, en tot ondeugd zouden kun:
verleid worden. Houdt de rhalve zorgvuldig
wacht over u zelven , over uwe woorden en
den, opdat gij hun geenen aanftoot geeft, Ì
gene ten hoogfte gevaarlijk is- Vergeet de
fpreekwoorden niet: Kwade zamenfprekingen bee
derven goede zeden. Zoo als de ouden zongen,
zoo piepen de jongen. Kleine potjes hebben oak
en, en dergelijken. -Bedenkt fteeds, dat de
deren ook wel eens heimelijk zich achter de
eur verfchuilen «en luisteren kunnen , wat er
gedaan of gefproken wordt. Verhaalt nooit mer
een lagchend gelaat, de fouten uwer jeugd, af
die van andere jonge lieden 3 want dit is bij
uitftek gefchikt, om hen tot navolging aan te
zetten. — Let naauwkeurig op de gedragingen
der kinderen of volwasfenen, waarmede de uwe
verkeeren 5 en zoo gijij de zeden en denkwijze
van diegenen niet kent, met welken zij omgaan ,
of zelfs als verderfelijk voor uwe kinderen be-
fchouwt „ houdt hen van dit gezelfchap terug,
en bedenkt, dat één enkel fch: aap, dat fchurft
is, dikwijls eene geheele budde aanfteekt.- Enoì
hoe dikwils levert ons de ondervinding daar-
van, Onder kinderen, de droevigfte voorbeelden
opt?
2» Ile Neemt hen niet mede naar bruiloftse
par
iet terug „ wanneer gij hunne hulp niet vol.
1
nen
1
ae
4
Ciál
za
1
Es
t
Ee
or
h
d
nie
? |
