| Full text |
18 Pligten eens Schoolleeraars 3
5, rigtte ik alle mijne bezigheden met een zZüjs
2, Ver, welmeenend oogmerk? Fen welken aau-
9, Zien moet ik mij inzonderheid trachten té
; verbeteren , en hoe zal ik dit het beste aan-
4, vangen?”
Eindelijk blijft ons nog over, om u aan ts
wijzen:
6. De pligten omtrent de ouders uwer fcholié-
ren; en te dezen opzigte raden wij u, om, Z00
veel in uw vermogen is, mét hen in vrede en
eensgezindheid te leven, en hunne achting en
hun vertrouwen te winnen. Hierdob: zult gi
de verbetering van het hart en verftand uwer
leerlingen bevorderen; daar, integendeel, twist
en oneenigheid beiden zullen tegenwerken.
mers, in het laatfte Ee ft gi
een flecht voorbeel d, he
te verderflijker indruk op Ì
hoe meer van nabij, en
verkeering met den perfí
zulk een voorbeeld geg
twist zullen de kinderen
kiezen; doch aan welke
geven, zullen de daaruit
Ten altijd zeer groot w
zij het aan de zijde der
dan wordt de Schoolleeraar in
telijk man, wien zij hunn ach uns
weigeren, en die, in deze z ei betrekki
nu ook niet meer van eenig nut zün
Leeft gij echter met de ouders in wredt
dragt, dan zullen zij uw, bij elke g
blijken van hunne achting en vertrouwen geven,
en dit zal meer, dan al het overige, gelijkaar-
? |
