| Full text |
er Over den post eenssSchoolleeraars,
gruwel zijn? dat Hij de oogendienaars hiaat ?
dat vongetrouwheid: in den dienst zijns. Heeren
een” diefftal is, dien-men weder moet vergoes
den? en dat gij alles, wat gij niet-wilt, dat
aan u gefchiede, ook niet aan anderen doen
„smoet? enz.” — De kring, waarin hij tot dus
werre-, door: zijne lesfen en gedragingen; veel
goeds werkte, zal zich nu ook, van langzamer-
hand , uitbreiden tot zijne naburen , waarvan, wel
ligt,- de een of ander zijn voorbeeld. zal volgen ;
en: vari hem leeren, wat zijn pligt zij.
Deze. verftandige- en godvreezende knecht kan
overal te regt komen; wordt ook wel eens zijn
eigemsmeester, en verkrijgt mogelijk eene boere
derij; of geraakt tot eenen of anderen ftand,
waartoe hij verfcheïden -dienstboden , knechts of
werklieden noodig heeft. Nu ftaat hij eerst op
zijn regte ftandpunt,- van ‘waar hij veel goeds
verfpreiden kan; en het zal-ook niet lang duren,
of zijne huishouding-bevindt zich ín zulk eenen
goeden «taat, dat dezelve aan zijne buren, en
allen, die haar van mabij. kennen, een_navole
genswaardig voorbeeld kan opleveren. Zijne eer=
fte“ zorg, bij derzelver oprigting „ beftaat in de
verkrijging eener deugdzame huisvrouw en van
brave dienstbodenz en gelijk hij fteeds zijne gods=
wrucht ia zijn eigen hart tracht te bewaren en
te vermeerderen ,-zoo- zal ‘hij zich ook: bevlijtis
gen, om dezelve bijvallen, waarover zich zijn
gezag als huisvader.uitftrekt, te verwekken en
uit te breiden. Des morgens , voor dat de are
beid: begint; en.des avonds, wanneer hij geëins
digd-is, roept hij alle de zijnen te zamen; vere
heft zijne ftem in eem ootmoedig gebed tot cop,
den Gever alles goeds, ren leert hen alzoo met
hazt
92
93
2
32
? |
