| Full text |
òvertuigd wordt, moet gi En doot een
uitvoeriger gefprek daarvan overreden, Bij voore
en hebt gij met. een opletten d ki ria te doen,
gij, î ig zal begrij-
dais dat de verveling en de overige onaangenas
me Bender wordend welke het Ee geli hk gedue
rende den fchooltijd, ondervindt ; alleen gevolg gen
van zijne onachtzaamheid zijn ; ZOO là unt “ei
het, na het eindigen der fchool, bij u roepen;
en op deze of dergelijke x wijze, in het vriende:
lijke onderhouden: ;, mijn kind! ik heb opge=
„> merkt, dat gij in de fchool niet te vreden
9) Zijt, en dit doet mîj van harte leed „ omdat
5, ik u lief zn Maar, weet zij wel, hoe men
5, het kwaad noemt, “welk u daar overvalt? Het
| iet, Mogelijk denke
C van het deeren is3
>, maar indien hetzelve daaraan istoe te fchrijven,
5 Eee moet vei gisteren en heden, toen gij zoa
iets bijzonders geleerd
sale
iv
€
de
e Ja
ss Sijs dat
5, hebben. e ze eens, wat hebt gij
„ heden. ge den fchooltijd , toch gee
d3 leerd ? Ziet gij wel, dat gij er niets van weet,
à Ee gisteren? Ook al wederom hetzelfde, Zou
an Du uwe verveling wel aan het leeren zija
‚ toe te fchiijven? Ik geloof van neen. Hoor
>» EENS, ik zal u eens iets vertellen, dat gij nie
3, Weet, maar gij moet de toeluiste-
‚‚ ren.” Hier verhaalt g pu aan het-kind,
eene kleine bijbelfche of andere aangename ge-
fchiedenis, en en dan verder: „, ‘Hebt gj na
» U zelven ook niet verveeld? En weet gij wel,
ss Waarom niet? Waart gij onder mijn verha dl
> Oplettend? Hebt gj mij wel begrepen? Ziet
2 SV nu wel, dat gj u niet verveeld hebt, nu
» ij
vaas €
Eer
? |
