EEN HERFSTDAG. | Van zon en van een laatst geluk doorweven is de dag. | Zonnedraden, zilver-bepereld, zijde regenrag. iN Goude zon op de sterrevende blâren speelt ; Goud, veel goud overal, een Sesam-rotsen-weeld. Dode blâren zijn op de grond gevallen, EI Maar zó te sterven lijkt me mooi en allen Í | Die m’n vrienden zijn, wens ik zulke dood ; IE Dat zij nooit kennen koude winternood.