Full text |
DUITSCHE KRONIJK
Hermann Hesse : Siddhartha
Een boek dat op dit oogenblik in Duitschland overal
te koop ligt, overal gelezen en besproken wordt, is Hermann Hesse’s
« Siddhartha ». Het trekt niet minder de aandacht dan indertijd
zijn «Peter Camenzind », het werk waardoor hij tot breedere
lezerskringen voor het eerst toegang kreeg. Het is opmerkelijk
hoe een gelijksoortige idee, in andere dracht, maar met hetzelfde
tweeslachtige karakter, na ongeveer twintig jaar weer tevoorschijn
komt. Toentertijd verscheen Hesse met zijn als een roman ver-
loopende reeks van menschelijke lotgevallen, die door een alge-
meene gedachte werden bijeengehouden, als een tegenstander
van het toen nog in Duitschland heerschende Naturalisme. Beïn-
vloed door Godfried Keiler, beschrijft hij de ontwikkeling van
een Zwitser, die, in de primitiefste omgeving opgegroeid, genoopt
wordt de akademische loopbaan te volgen, maar als lomp, onbe-
houwen « Oberlander », ondanks goede hoedanigheden van gemoed
en geest zich in de wereld van de beschaafden niet op zijn plaats
gevoelt, vriendschappen sluit die niet duren, reist en vreemde
landen geniet, zonder de zin van het reizen met de zin van zijn
leven te kunnen vereenigen, vrouwen bemint die hem ontzegd
blijven en ten laatste naar zijn bergnest teruggekeerd, in het verkeer
met de natuur en een haast vegeteerend bestaan als herbergier
vrede vindt.
Er waren in « Peter Camenzind » sommige zeer geslaagde plaatsen,
met naïve zulke waarin de schrijver zijn verhouding tot de natuur
uitsprak ; en toch was het werk niet eigenlijk fijn. Het tweeslachtige
lag in een onevenredigheid tusschen conceptie en uitdrukking.
De conceptie was goed, maar de vorm waaronder ze ons werd
meegedeeld was gewild erg en daardoor burgerlijk : krachttermen,
waar gevoel beter door zwijgen zou zijn uitgedrukt, en dienten-
gevolge een vervallen in krantenstijl die tegelijkertijd een slecht
gemaskeerde sentimentaliteit verried. De conceptie zelf scheen
een degelijke schrijfwijs te rechtvaardigen : het boek immers
moest de autobiografie geven van juist zulk een tweeslachtige
mensch, die dichter zou willen worden en het slechts brengt tot
dagbladschrijver; terwille van zijn onderhoud namelijk, voordat
hij herbergier werd. |