70 69 72 78 68 74 66 80 79 83 82 81 I ln 60.68. 67 66.65 64 63 62 61 60 59 58 57 56 55 54 53 52 51 50 49 48 47 46 45 44 43 42 4 14 geheim voor de Engelsche had en beide doorloopend in de nauwste militaire verstandhouding waren. Vooral belangwekkend is de volgende met de hand geschreven aantee- kening : « Renseignement. Primo : Les officiers français ont reçu ordre rejoindre dès le 27 juillet après-midi. (Inlichting I. De Fransche officieren ontvingen bevel binnen te gaan van af 27 Juli namiddag.) Secundo : Le même jour chef de gare de Feignies reçut ordre concentrer vers Maubeuge tous wagons fermés disponibles en vue transport de troupes. Communiqué par brigade gendarmerie de Frameries. » (II. Denzelfden dag statieoverste van Feignies ontving bevel samen te trekken alle beschikbare gesloten wagens voor troepenvervoer. Medege- deeld per gendarmeriebrigade van Frameries.) Beide plaatsen liggen aan de spoorlijn Maubeuge-Mons-Feignies, omtrent drie kilometer van de Belgische grens in Frankrijk. Frameries tien kilometer van de grens in Belgié. Daaruit is te besluiten, dat Frankrijk reeds op 27 Juli de eerste mobiliseeringsmaatregelen genomen en het Engelsche gezantschap hiervan terstond door Belgie werd in kennis gesteld. In de tot nu voorhanden bewijzen voor de betrekkingen tusschen Engeland en Belgié vormen de gevonden schriften een waardevolle vollediging. Er blijkt opnieuw uit, dat Belgié zijne onzijdigheid ten bate der Entente prijs gaf, dat het een werkzaam lid werd in de samenspanning, die tot het bestrijden van het Duitsche Rijk gesmeed werd. Voor Engeland vormde juist de Belgische onzijdigheid niets meer dan een « scrap of paper » (een papieren vod) waarop het zich eerst dan beriep, wanneer het zijn belangen vergden, waarover het heenstapte zoodra dit in zijn kraam paste. Klaar is het dus, dat de Engelsche Regee¬ ring het schenden van de Belgische onzijdigheid door Duitschland slechts als voorwendsel gebruikte, om den oorlog met ons voôr de wereld en het Engelsche volk als rechtvaardig te laten doorgaan. EIVOEGSEL. ENGELAND EN BELGIE. Oorkonden bij den Belgischen staf gevonden en door het Duitsch bestuur in de maand October ter kennis gebracht. De verzekering der Engelsche Regeering dat het schenden van de Belgische onzijdigheid de aanleiding was geweest tot Engelands tusschen¬ komst in dezen oorlog, is reeds uit de verklaringen van Sir Edward Grey als onhoudbaar gebleken. De heilige verontwaardiging waarmede van Engelsche zijde de Duitsche inval werd te baat genomen, om het gevoelen bij de Onzijdigen tegen Duitschland optehitsen, wordt door zekere oorkonden, die de opperleiding van het Duitsche leger, in de archieven van den Belgischen staf te Brussel ontdekt heeft, in een nieuw en zon- derling licht gesteld. Uit bewijsstukken voor titel dragend : ENGELSCHE TUSSCHENKOMST IN BELGIÉ blijkt, dat reeds in 1906 het zenden van een hulpleger door Engeland in geval van een Fransch-Duitschen oorlog, voorzien was geworden. Volgens een bewijsstuk, tot den Belgischen Minister van Oorlog gericht en gedagteekend 10 April 1906, heeft het hoofd van den Belgischen staf, te zamen met den Engelschen militair-attaché, luitenant¬ kolonel Barnardiston en op diens opzet, reeds te dien tijde en wel na veelvuldige besprekingen, een uitgewerkt ontwerp van gemeenschappe- lijke krijgsverrichtingen tegen Duitschland van een Engelsch hulpleger van 100,000 man met het Belgische leger opgemaakt. Dit ontwerp verwierf de goedkeuring van het hoofd van den Engelschen staf, den generaal-majoor Grearson. militaire, aucun secret pour le gouvernement britan¬ nique et que les deux étaient continuellement en étroite entente militaire. Particulièrement intéressante est cette note écrite à la main : « Rensei- gnement. Primo : Les officiers français ont reçu ordre rejoindre dès le 27 juillet après-midi. Secundo : Le même jour, chef de gare de Feignies reçu ordre concentrer vers Maubeuge tous wagons fermés dispovibles en vue transport de troupes. Communiqué par brigade gen¬ darmerie de Frameries. » Les deux localités sont situées sur la ligne de chemin de fer de Maubeuge-Mons-Feignies à environ trois kilomètres de la frontière belge en France. Frameries, en Belgique, est à environ dix kilomètres de la frontière. Il en ressort que la France avait, dès le 27 juillet, pris les premières mesures de mobilisation et que la légation britannique en fut aussitôt avertie par la Belgique. Parmi les preuves antérieures démontrant les relations entre l'Angleterre et la Belgique, les documents découverts constituent des compléments pré- cieux. Ils démontrent à nouveau que la Belgique aban¬ donna sa neutralité au profit de l'Entente, qu'elle devint un membre actif de la coalition formée en vue de com¬ battre l'Empire allemand. Pour l'Angleterre, la neutralité de la Belgique représentait en réalité seulement un « scrap of paper » (chiffon de papier), qu'elle n'invoquait que pour autant qu'elle corres¬ pondait à ses intérêts, mais qu'elle considérait inexistante dès que cela pouvait servir ses projets. Il est évident que le gouvernement anglais a simplement pris prétexte de la violation de la neutralité belge par l'Allemagne, pour faire paraître aux yeux du monde et du peuple anglais la guerre avec nous comme équitable. ANNEXE. L'ANGLETERRE ET LA BELGIQUE. — Documents trouvés à l'état-major belge et publiés au mois d'octobre par le gouvernem nt allemand. — L'affirmation du gouvernement anglais que la violation de la neutralité belge ait provoqué l'intervention de l'Angleterre dans la présente guerre s'est déjà, par les propres déclarations de Sir Edward Grey, révélée comme étant intenable. L’indignation morale avec laquelle l'invasion allemande en Belgique a été mise à profit du côté anglais pour monter l'opinion des neutres contre l'Allemagne, est éclairée de nouvelle et singulière façon par certains documents que le haut commandement de l'armée allemande a découverts dans les archives de l'état-major belge à Bruxelles. Il ressort du contenu d'un dossier, portant le titre : INTERVENTION ANGLAISE EN BELGIQUE, que déjà, en 1906, l'envoi en Belgique d'un corps expéditionnaire anglais avait été prévu pour le cas d'une guerre franco¬ allemande. D'après un document découvert, adressé au Ministre de la guerre belge en date du 10 avril 1906, le chef de l'état-major belge a, avec l'attaché militaire anglais à Bruxelles, le lieutenant-colonel Barnar- diston, élaboré à cette époque, sur l'initiative de ce dernier et dans des délibérations répétées, un projet détaillé sur des opérations en commun contre l'Allemagne, d'un corps expéditionnaire anglais de 100,000 hommes avec l'armée belge. Ce projet a trouvé l'approbation du chef de l'état¬ major anglais, le général-major Grearson. werden aan den Belgischen staf verstrekt. Afgaand op deze inlichtingen troepen op het Belgische ontplooiingsveld voorbereid, hare huisvesting ! anglaises dans le terrain de déploiement belge, leur logement et leur en de noodige kaarten bezorgd worden; zelfs aan de verpleging van de Engelsche soldaten had men reeds gedacht. Te Duinkerke, Kales en Boulogne zouden de Engelsche troepen landen. spoorwagens vervoerd worden. Het ontschepen in Eransche havens en het terrain de déploiement au moyen du matériel des chemins de ler belges. vervoer over Fransch grondgebied laat zien dat vóor de Engelsche overeen¬ komst met Belgié een zulke met den Franschen staf was getroffen geworden. De drie mogendheden hebben met gewisheid de plannen voor een samenwerken der « verbonden legers », zooals zij in deze oorkonde genoemd worden, vastgesteld. Dit wordt gestaafd door het feit, dat men in de geheimvakken, een kaart der ontplooiingsverrichtingen voor het Fransche leger gevonden heeft. De voormelde oorkonde bevat eenige opmerkingen van bijzonder Le document mentionné contient quelques remarques offrantun intérét belang. Op zekere plaats wordt daarin gezegd dat de luitenant-kolonel Barnardiston deed opmerken, dat er voor het oogenblik niet te rekenen viel op den steun van Nederland. Zoo, zou hij er vertrouwelijk bijgevoegd hebben, dat de Engelsche Regeering het inzicht had van Antwerpen haar bevoorradingsbasis te maken, zoodra de Noordzee van de Duitsche oorlogschepen zou schoongeveegd zijn. Ten slotte stelde de Engelsche militair-attaché voor in de Rijnprovincie een Belgischen spioendienst in te richten. Deze militaire inlichtingen worden met een kostbaar stuk volledigd en wel met het verslag door baron Greindl, langjarigen Belgischen gezant te Berlijn, aan den minister van buiten¬ landsche zaken gestuurd en dat zich ook onder de geheime papieren bevond. Dit verslag legt met groote scherpzinnigheid de bijbedoelingen bloot, die op den grond van het Engelsche voorstel liggen en de gezant vestigt de aandacht op den gevaarlijken toestand waarin Belgié zich heeft geplaatst met eenzijdig partij te kiezen voor de mogendheden der Entente. de volledige openbaarmaking voorbehouden blijft, stipt baron Greindl aan dat het ontwerp van den Belgischen staf tot verdediging van de Bel- behandelt : « Welke militaire maatregelen zouden hoeven genomen temilitaires seraient à prendre au cas où l'Allemagne violerait la neutralité worden, ingeval de Belgische onzijdigheid door Duitschland geschonden tegen Duitschland, al over Belgié, even zoo goed tot de mogelijkheden behoonde. » Daarop schrijft dan de gezant letterlijk het volgende : Van Fransche zijde ligt het gevaar niet alleen ten Z. van Luxem¬ burg. Het bedreigt ons langs de geheele uitgestrektheid der gemeene grens. Om het te bevestigen, bezitten wij niet bloote vermoedens, maar stellige gegevens. Het denkbeeld eener omtrekkende beweging over het Noorden is gewis in de berekeningen der « entente cordiale » opgenomen geworden. Ware dit niet zoo, dan zou het ontwerp om Vlissingen te bevestigen op zulk geschreeuw te Parijs en Londen niet onthaald geworden zijn. Men heeft ginder niet de reden verzwegen om welke het hun paste de Schelde onverdedigd te laten. Het was enkel met het doel met meer gemak te kunnen een Engelsche bezetting naar Antwerpen brengen, dus met het doel om zich ten onzent eene krijgsbasis voor een aanval tegen Duitschland en wel in de richting naar den Benedenrijn en Westfalen aan te leggen Alle inlichtingen over de sterkte en de inrichting der Engelsche troe- Tous les renseignements concernant la force et l'organisation des déta- pendeelen, de samenstelling van het expeditiekorps, de ontschepings- ents anglais, la composition du corps expéditionnaire, les points de plaatsen, een raming van den juisten duur der troepenlanding, enz., débarquement, une évaluation du temps exact pour le transport, etc., ont été fournis à l'état-major belge. Se basant sur ces rensegnements, heeft de Belgische staf tot in bijzonderheden het vervoer van de Engelsche l'état-major belge a préparé de façon détaillée le transport des troupes en bekostiging ter plaatse. Hun samenwerking is haarfijn en tot in hetentretien sur place. Leur coopération a été étudiée minutieusement jusque uiterste bestudeerd geworden. Zoo moesten een groot aantal vertolkers dans ses moindres détails. Ainsi, un grand nombre d'interprites et des en Belgische gendarmen ter beschikking van het Engelsche leger gesteld gendarmes belges devaient être mis à la disposition de l'armés anglaise, et les cartes nécessaires devaient lui être fournies. On avait nême déjà pensé aux soins à donner aux blessés anglais. Dunkerque, Calais et Boulogne étaient prévus comme points de débar¬ Van daar zouden zij naar het ontplooiingsveld bij middel van Belgischequement des troupes anglaises. De là elles devaient être amenées dans le Le débarquement préconisé dans des ports français et le transpoit à travers le territoire français prouvent que les conventions anglo-belges ont été précédées de conventions avec l'état-major français. Les trois puis¬ sances ont exactement fixé les projets pour la collaboration des « armées alliées », comme il est dit dans le document. Ceci est corroboré par le fait que, dans les dossiers secrets, une carte des opérations de déploiement de l'armée française a été trouvée. particulier. A un certain endroit il est dit que le lieutenant-colonel Bar¬ nardiston avait fait observer que, pour le moment, on ne pouvait pas compter sur l'appui de la Hollande. Il aurait également fait saroir confi¬ dentiellement que le Gouvernement anglais avait l'intentien de transporter à Anvers la base d'approvisionnement anglaise, dès que la mer du Nord aurait été débarrassée de tous les navires de guerre allemands. Ensuite l'attaché militaire anglais proposait la création d'un service d'espionnage belge dans la province rhénane. Les renseignements militaires découverts trouvent un conplément précieux dans un rapport adressé au Ministre des affaires étrangères par le baron Greindl, qui a été, pendant de longues années, Ministre de Belgique à Berlin, rapport se trouvant également parmi les papiers secrets. Dans ce rapport sont dévoilées, avec une grande perspicacité, les arrière-pensées qui sont au fond de la proposition anglaise, et le Ministre y attire l'attention sur ce que présente de critique la situation dans laquelle la Belgique s'est mise par une prise de parti unilatérale en faveur des puissances de l'Entente. In dit zeer uitgebreid verslag, gedagteekend 25 December 1911 en waarvan ! Dans ce rapport très circonstancié, daté du 23 décembre 1911 et dont la publication complète reste réservée, le baron Greindl constate que le projet de l'état-major belge, pour la défense de la neutralité belge dans gische onzijdigheid bij een Fransch-Duitschen oorlog, enkel de vraag ue guerre franco-allemande, ne traite que la question : « Quelles mesures belge que cependant l'hypothèse d'une agression française contre moest worden, en dat evenwel de onderstelling van een Franschen aanval 'Allemagne, à travers la Belgique, présente tout autant de probabilités. Le Ministre développe alors textuellement ce qui suit : Du côté français, le danger n'existe pas seulement au sud du Luxembourg. Il nous menace sur toute l'étendue de la frontière commune. Pour l'affirmer, nous n'en sommes pas réduits aux conjectures, nous avons des données positives. L'idée d'un mouvement tournant par le nord est certzinement entrée dans les combinaisons de l’entente cordiale. S’il en était autrement, le projet de fortifier Flessingue n'aurait pas soulevé de telles clameurs à Paris et à Londres. On n'y a pas fait mystère de la raison pour laquelle on voulut que l'Escaut resiât sans défense. C'était dans le but d'avoir toute facilité pour amener une garnison anglaise à Anvers, donc dans le but de se procurer chez nons une base d'opération pour une offensive dans la cirection du bas Rhin et de la Westphalie et de nous entrainer à a suite, ce qui n'eût pas été difficile, nous étant dessaissis du réduit