3 Nijpers. Naar Andries de Clercq, bijgenaamd Driesken Nijpers, den & kl wonderdokter, die te St.-Gilles leefde en stierf. | Zen 23: Cornelissen, II, 146. SINT-NIKLAAS. 1 \ : Î Oliezeekers. Deze spotnaam wordt nog veel gebruikt. Vroeger bestonden im er te St-Niklaas veel olieslagerijen. Wanneer men hun dien spotnaam toeroept, wat vooral dejs Azijnzeekers van Temsche doen, antwoorden de St.-Niklazenaars: Olie drijft boven. Dit gezegde steunt op de hoogere ligging van « St-Niklaas. Er wordt beweerd dat de dorpel van.de kerk zoofe hoog ligt als het toppunt van den kerktoren van Temsche. Schertsend wordt ook wel beweerd, dat als men salade te eten & krijgt, men seffens merken kan of de meid van St-Niklaas of & van Temsche is, naar gelang er te veel olie of te veel azijn in is. we A. Verbraeken, Spotnamen der Wazenaars. Volkskunde XIX, 194. Ze Peerdenprossers. Ì Û Paardenvillers. Deze spotnaam wordt niet meer gebruikt. } J.-Th. de Raadt, op. cit, 52. f ; 2 í 2. Sterkpapeters. , ; S : | Î ‘ De inwoners van St-Niklaas worden ook Sterkpapeters gets naamd. Vroeger waren in die stad veel wevers, die thuis op hune eigen getouw werkten. De wevers gebruiken een soort van dikke =: bloem- of meelpap, sterkpap geheeten, waarmede zij den ketting: overborstelen en versterken. Die pap werd te St-Niklaas in zoo'n@ groote hoeveelheid gemaakt en de wevers leden dikwijls zooveells armoede, dat men ze verdacht er een deel van op te eten. Waasch Idioticon, 830. Cornelissen, II, 148. ader namen 192