gesteld of wel de deuren te sluiten, ofwel gemeentelijke voogdij. Het is verheugend, dat het gemeentebestuur bijna in al deze gevallen bereid was de boekerij over te nemen. Zoodoende was de geldelijke kant der zaak veilig en waren tevens het vakkundig beheer in den zin van modern volksboekerijwerk en behoorlijke aangroei en behandeling van het boekenfonds verzekerd. Op dit oogenblik is deze ontwikkeling, helaas, in zekeren omvang gestuit, daar wegens de huidige verdeeling der Duitsche belastinginkomsten tusschen het rijk, de landen en de steden, de stadsbesturen er veel slechter aan toe zijn dan vroeger. Zoo komt de ongemeen zware druk van den openbaren geldelijken toestand op hen het zwaarste neer, en vele zijn er die kortzichtig uitsparen op de uitgaven voor volksontwikkeling. Gelukkig echter staat, vooral in de groot-steden, het stedelijk volksboekerijwezen reeds zoozeer in de achting van alle kringen der maatschappij, dat voor een verderen uitbouw heden al zoo weinig meer moet gevreesd worden als voor het voortgezet onder- wijs. Ja, men kan zeggen, dat door den band, de Duitsche grootstad-boekerijen thans meer dan ooit als laboratoria voor moderne boekerij techniek en boekerij pedagogie kunnen beschouwd worden. Ais vooruitgang van den jongsten tijd is aan te stippen, dat vele dezer boekerijen hun bevindingen en resultaten ook voor het landelijk boekerijwezen tot nut maken, en wel langs de boekerij-inlichtingsdiensten (Beratungsstellen) van den Staat, waarvan er m Duitschland thans bij de dertig zijn. ^Vanneer de geld-moeilijkheid niet als een rem werkte, dan zou de ontwikkeling ongetwijfeld sedert lang, evenals in Denemarken en Zweden, tot het inrichten van centrale boekerijen voor ruimere lands- gedeelten geleid hebben. Zoo bestaat er tot nu toe nog maar op één plaats een uitgewerkte centrale boekerij, namelijk in Pommeren, waar, in 1923, aan den in 1915 gestichten staats-boekerij-inlichtingsdienst (zetel: Stadsboekerij Stettin) een „landelijke razende boekerij» .werd toegevoegd, die aan de landelijke plaatselijke boekerijen, voor lijdelijke vervollediging hunner verzameling, boeken bezorgt naar keuze door de lande- lijke boekerijbeheerders en voor den duur van een half jaar. Kleinere centrale boekerijen bestaan te Lubeck en te Flensburg . De rechtstreeksche behartiging van het landelijk boekerijwezen heeft er de stedelijke volksbibliothekarissen, meer nog dan vroeger toe gebracht zich inniger te overtuigen van de werkelijke verschillen tusschen de arbeidswijze voor de volksboekerij en de methodes voor de wetenschappelijke boekerij. Dit opklaringsproces was reeds in het tweede decennium onzer eeuw in gang, met als eerste aanleiding het erkennen, dat de volksboekerij eigenlijk een pedagogische rol — niet steeds een liefdadige of bestuur- techmsche — te spelen heeft. Inzonderheid de generatie vakkundig goed voorbereide oogeschoolgediplomeerden die na den oorlog haar intrede in het volksboekerijwezen deed, streefde er vooral naar, de « autonomie der Volksboekerij » theoretisch goed afge- uit te werken, waarbij ook gebeurde, dat over de overgangsvorm tusschen wetenschapsbibliotheek en volksboekerij, nl. de « studieboekerij »,. heengezien werd en dat genoemde methode-verschillen te sterk beklemtoond werden. In ieder geval, de tijd paa voor ij, waarin men gelooven kon, het volksboekerijwerk zoowat als een «populaire » uitwas van den wetenschappelijken bibliotheekdienst te mogen beschouwen, die minder zware eischen stelde aan de opleiding van haar leiders. Het volstaat een 6