Full text |
Bibliotheek- & archiefgid's, 83 (2007) 1
orr. hun kennis: van bibliotheekmaterialen als om websites,
adressen of andere informatie:. In de bronnenwijzer worden
verschillende databanken gelijktijdig doorzocht. De resultaten
verschillen lokaal omdat elke deelnemende bibliotheek eerst
de voor haar meest relevante bronnen aangeboden krijgt.
over de informatiebehoeften van een gebruikersgroep. Aan
de tekentafels van de onderwijsvernieuwing wordt bepaald
welke vragen de studenten ons morgen zullen stellen. Mis-
schien moet een beroepsvereniging wel vaker stemmen uit
de buitenwereld laten horen?
Van Troosten berg hë maakte de vergelijking tussen de
toeristische dienst, waar de bezoeker zijn vraag rechtstreeks
stelt, en de bioiiotheeK, waar hij-r vraagt naar informatie over
een bepaald: onderwerp zonder zijn eigenlijke vraag te
stellen. In de toeristische dienst vraagt hij een goed: hotel,
in de bibliotheek informeert hij naar een reisgids voor een
bepaalde stad. In one stop shops werken verschillpnae dien-
sten samen om één 'winkel uit te baten waar mensen met
hun vragen terechtkunnen. Die zijn echter niet beschikbaar
voor alle onderwerpen:, zijn vaak weinig bekend of niet
neutraal. De openbare bibliotheek kan hier een alternatief
ontwikkelen, bij voorkeur in een netwerk.
Na deze visionaire uiteenzetting werd in kleine groepjes
van gedachten gewisseld over mogelijke strategieën om
in te spelen op vragen en behoeften van gebruikers. Bart
Vercruyssen van het VCOB presenteerde de resultaten van
een onderzoek naar het surfgedrag van bibliotheekgebrui-
kers. Edwin Van Troosten berg he ging dieper in op de
infowijzers gezondheid dite in het Delphi-project ontwikkeld
worden, Eddy Put sprak over het vertalen van een onder-
zoeksvraag naar een archiefvraag. .Archiefonderzoek is
lastig en informatiebemiddeling is een belangrijke opdracht
voor de archivaris. Marika Ceunen vertelde hoe het
Leuvense stadsarchief met de Ken Uw Stad (KUS)-kwis een
nieuw publiek aan.ooo'de en goodwill oogste bij het stads-
bestuur. Toch vroeg ze zjçh af ojkde inspanningen wel loon-
den, omdat het zo arbeidsintensief is. Sylvia Van Peteghem
vertelde hoe de Universiteitsbibliotheek Gent op verzoek van
gebruikers de prenten van Piranesi digitaliseerde. Kurt De
Beider liet zien hoe wetenschappelijke bibliotheken nieuwe
rollen en diensten kunnen ontwikkelen die tegemoet komen
aan de eisen van huidige en toekomstige klanten.
Een studiedag organiseren over gebruikers voor de hele
Vlaamse archief- en bibliotheeksector is voor een beroeps-
vereniging een ondankbare opdracht. Openbare biblio-
theken hebben weinig boodschap aan de hervormingen
in het Onderwijs, wetenschappelijke bibliotheken hebben
nauwelijks contact met lokale erfgoedbewaarders en ga zo
maar door. De kans dat alle deelnemers aan alle bijdragen
iets gehad; hebben, is niet zo groot. Maar de bijdragen
van de aeskundigen van buiten onze sector over 'hun'
gebruikersgroepen waren wel uitdagend en stimulerend. Ze
wijzen Ons. onbevooroordeeld op grote noden en nieuwe
Bitdagingpn. Hoe graag we dat ook zouden willen, biblio-
theken en archieven staan niet altijd 'in het centrum Van de
informatiemaatschappij', bijvoorbeeld niet voor de Vlaamse
huisartsen. Van den Bruel kende de informatiebehoeften van
de huisartsen wel door en door. Ze Kende ook de perfect
de context waarin een huisarts zijn beroep uitoefent. En met
Duerloo hoorden we iemand aan het woord die mee beslist
Daar tegenover staan de strategieën van de workshops in
de namiddag. We hoorden er hoe instellingen inspelen
op kansen die zich voordoen, hoe ze soms gedwongen
worden bepaalde doelgroepen aan te spreken. Al te vaak
vertrokken ze nog vanuit collecties en bestanden en - onver-
mijdelijk - vanuit de opvattingen van de bibliothecaris öf de
archivaris over 'hun' gebruikers.
Voorzien in de informatiebehoeften van de gebruiker, het
blijft een hele opgave.
Bruno Vermeeren, beleidsmedewerker WBAD
bruno. vermeeren@wbad. be
Noten
Vergelijk ook de stelling van Jon Kooistra op de studiedag Waar
vind ik dat in het curriculum. Kooistra interpreteerde het aanleren
van informatievaardigheden als studenten vertrouwd maken met het
kennisnetwerk waarin ze zullen opgenomen worden. Zie Desaever,
.. Dirk, Waar vind ik dat in het curriculum? -
Informatievaardigheden in de hogeschool, in: Bibliotheek- &
archiefgids, 2004 nr. 5, p. 32. ’ ,
2. Geuens, Kevin, Vanhoutte, Petra en Van Nijverseel, Dirk, Verbor-
gen schatten: registratie van het documentaire erfgoed bij lokale
erfgoedhóuders in de provincie Antwerpen, in: Bibliotheek- &
crrchÊtyds, 2Ö06, nr. 4, p. 27-31.
3. Van Troostenberghe, Edwin, Een informatieplein voor Vlaanderen:
Raad voor Volksontwikkeling en Cultuurspreiding daagt Vlaamse
ministers uit, in: Bibliotheek- & archiefgids, 2006, nr. 4, p. 3-7
4 Zie ook de artikelenreeks: Van Troostenberghe, Edwin, Een klantge-
richt bibliotheekconcept, in: Bibliotheek-& archiefgids, 2003 nr. 1
e.v.
ERRATUM
In het decembernummer van Bibliotheek- & archiefgids (p. 11 ) schrijft Joris
Vanderborght de UDC toe aan de Amerikaan Melvil (niet Nelvil) Dewey.
De UDC is te danken aan de Belgen Paul Otlet en Henri La Fontaine. Zij
breidden Deweys code uit, onder andere met tekens voor de relaties tussen
de door een decimale notatie weergegeven begrippen. Zo ontstond de
UDC, waarvan de eerste editie tussen 1899 en 1905 werd uitgegeven
door het Institut International de Bibliographie te Brussel.
lit werd: aan de redactie gemeld door prof. dr. F.C.J. Ketelaar, Archiefwe-
tenschap, Universiteit van Amsterdam (e-mail ketelaar@uva.nl).
Waarvoor dank.
42 |