Full text |
wijzigd. Ereslau U.B., na Berlijn de grootste'boekerij van Pruisen had eerst nummer 2.
Ten einde het werk van die bibliotheek lichter te maken, ontving zij het laatst elke
zending. Het gedeelte dat klaar was in 1904 werd ten dienste gesteld van de weten-
schappelijke wereld door middel van het «Auskunftbüro». Het is tot dit organism dat
de navorscher zich wendt, wanneer hij een boek zoekt en het niet vindt in de boekerij
van zijne verblijfplaats. In 1913 werden 11.1 04 boeken door middel van het Aus-
kunftbüro gezocht.
Tot einde 1921 bestond de G.K. uit ongeveer 1.300.000 steekkaarten
met rond de 505.000 verwijzingen, zoodat het gezamenlijk bedrag op 1.815.000
steekkaarten kan geschat worden. De toevoegingen gedaan tot 1930 brengen dit getal
tot op meer dan 2 millioen, waarvan de 3/4 hoofdsteekkaarten zijn. Zij strekken zich uit
over omtrent 3 1/2 millioen exemplaren. Uitgeschakeld werden om redenen van prak-
tischen aard o.m. a) de oostersche literatuur; b) de Universitats- en Schulschriften
(programmas en kleinere drukwerken van hooger en middelbaar onderwijs) ; c) de
kaarten en planodrukken met afbeeldingen (Einblattdrucke) ; d) de muziekuitgaven.
Het opmaken van speciale catalogi werd daarvoor in uitzicht gesteld. Ook afdrukjes
zonder titelblad van tijdschriftenartikels liet men terzij.
Na het samenbrengen van al de steekkaarten m handschrift, kon de voorbereiding
van het tweede gedeelte van het programma in uitzicht genomen worden, nl. het druk-
ken van den G.K. Eerst had men de hoop gekoesterd den G.K. op steekkaarten te
drukken. Tengevolge van de hooge kosten die de uitvoering van dit ontwerp mede-
bracht, zag men er van af. Men besloot tot de uitgave m boekvorm, groot in-4°,- in
een formaat en mdeelmg die veel overeenkomst toonen met den catalogus van het British
Museum. Het denkbeeld was opgeworpen geworden eene bijzondere afdeeling te ma-
• ken voor de anonyme werken. Dit ontwerp het men varen en men bepaalde zich tot
eene bijzondere lijst van al de periodica (tijdschriften, dagbladen en seriewerken), die
•naar het voorbeeld van den catalogus van het Bntish Museum zullen ondergebracht
worden onder het woord Zeitschriften. Net als in de Engelsche catalogus gaat bij de
auteur die vele uitgaven van zijne werken gekend heeft, een samenvattende lijst van
deze werken vooraf.
Op 31 December 1929 sloot de Commissie het manuscript van den G.K. af. De
begrooting van 1929 voorzag een eerste krediet van 10.00Q Reichsmark voor de
drukkosten. Den 3 ln Maart 1930 was de stof voor een eerste deel drukklaar en wer-
den de 700 eerste steekkaarten naar de drukkerij gezonden. Men hoopt klaar te komen
met het drukken van het eerste deel in 1932. Dit zal ongeveer 25.000 titels op 640
bladzijden bevatten.
Zal men zich daarbij houden in Duitschland ? We hebben redenen om te geloo-
ven dat men nog meer uitbreiding aan den G.K. denkt te geven. Juchhoff stelde voor
op de laatste vergadering van het V.D.B. (Verein Deutscher Bibliothekare) te Lübeck
de boekerijen van gansch Duitschland en Oostenrijk te omvatten, dus nagenoeg het
gansche Duitsche taalgebied. En zijn voorstel werd op luid applaus onthaald door
al de aanwezigen.
68 |