| Full text |
Mir
slaven als meesteressen en kinderen, gezamenlyk
den tyd in de hut door, en hielden zich bezig met het
maken van matten en mandjes van bamboes. Aen den
wand hingen, in de beste orde geschikt, harken,
bylen en spaden, en naest deze akkergereedschappen
stonden de voortbrengsels, die de vruchten van dezen
arbeid zyn 3 als zakken ryst, koornschoven , en man-
den met bananen. Aen overvloed van welsmakende
spyzen ontbrak het nooit. Virginie , door Margaretha
en hare moeder onderwezen , bereidde met het sap
van suikerriet, van citroen en eedrac, zoo wel sorbet
als andere verkwikkende dranken.
Met den donker hielden zy, by lamplicht, hunnen
avondmaeltyd ; daerna verhaelde mevrouw Delatour
of Margaretha, de eene of andere geschiedenis van
Europesche reizigers, ’s nachts in bosschen verdwaeld,
waerin zich struikroovers bevonden, of van schip-
breukelingen , wier vaertuig door den storm tegen
de klippen van een verlaten eiland werd verbryzeld.
Deze verhalen ontgloeiden de aendoenlyke zielen der
kinderen; zy baden den Hemel, hen in de mogelyk-
heid te stellen, van ten eenigen tyde de herbergzaem-
heid omtrent soortgelyke ongelukkigen te kunnen
oefenen. Daerna scheidden de twee huisgezinnen, om
zich ter ruste te begeven ‚, met ongeduldig verlangen,
elkander den volgenden dag weder te zien. Somwylen
vielen zy in slaep ‚ onder het gekletter des regens,
die met stortvlagen op de daken hunner hutten ne-
derplaste, of onder het loeijen van den wind, die
? |
