150) « Of wilt gij met hen handelen, bied het hun dan aan,
« dan zullen hun legerscharen u te gemoet niet gaan
en uwe machtige vijanden u baren geen leed en spijt,
« dan zullen niet sneven zooveel helden in den strijd. »

151) — « Wilt eene wijle wachten, » sprak de koning toen,
«tot ik mij hebbe verzonnen, om u beseheid te doen,
«aan mijne trouwe lieden laat ik niet onbekend
«deze felle mare, waarmeê men u ten mijnent zendt. »

152) Gunther den rijken koning baarden groote zorg
die woorden, die hij zwijgend in zijn hart verborg,
hij liet Hagen halen en andere helden meer
en deed ook ijlings roepen Gernoot, den koenen heer.

153) Dan kwamen tot hem de besten uit den ridderstand,
hij sprak : « Men wil ons zoeken en bestrijden in ons land,
« met sterke legerscharen, dit brengt ons grooten nood »
Hierop autwoordde de koene en edele koning Gernoot :

154) « Dit weren wij af met zwaarden,» sprak hij met grooten moed,
«alleen de veegen sterven, die late men liggen in hun bloed,
ík wil niet vergeten om hen de eere mijn :

« wij wachten onze vijanden, zij zullen ons welkom zijn. »

155) Dan sprak Hagen van Troje : « Dit dunkt mij niet goed,
« Liedegast en Liedegeer toonen ons overmoed,
« op zoo korte dagen bereiden wij ’t leger niet. » (fried. »
Dan sprak nog de koene ridder : « Laat het ons melden aan Siege-

156) De boden liet men herbergen te Worms in de stad,
en koning Gunther, al waren de boden zijn vijanden, bad,
dat men ze goed verzorgde, en wel deed hij daaraan,
tot hij vrienden had gevonden, die hem bij wilden staan.

157) Al deze zorgen baarden den koning veel verdriet,
een ridder zag hem treuren, de koene Siegefried,
die niet mocht weten, wat de vorst verborg :
hij bad den koning Gunther met hem te deelen zijn zorg.

4158) « Mij schijnt het wonder, » sprak Siegefried,
« dat gij de blijde stemming zoo gansch varen liet,
«die gij ons voordezen hier toondet altijd. »
Daarop antwoordde Gunther, den vroome van vreeze bevrijd :

159) « Ik mag aan eenieder niet zeggen wat zware zorg,

ik stilzwijgend in mijn hart verborg,

« men mag slechts trouwen vrienden klagen zijn hertennood. »
Siegefrieds wangen werden toen bleek en rood.

  
 
  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
  
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 

EE