in de wind een vlag, die mij welkom heet om zoveel hellelichte zonden, die enkel beproeving waren. O mijn broos lijf ik heb u vaak geofferd mijn zielewelzijn. Mijn lijf beproeven de lampen, want één dag zal het moeten ontbloot zijn van het naakt verlangen, van de zonde en van het vlees. Pijnie mij hondsblik-zachte lampen, schrille bloemen, wellust : zomerfestoenen, witte waanzin van het winterwoud, liedjes, gigolo's. De zonde is de straat die leidt naar een wit, maar ongedacht gelaat.