huwelijk. Ook de kasteelheer, die tot dan toe zo afge- trokken had geleefd, was minzaam met iedereen en maakte zich op die dag talrijke vrienden. Maar zijn twee gehuwde zusters waren niet naar zjn trouwfeest gekomen. Zij hadden er zich mede reenoegd ieder haar man te sturen. De schoonbroe- rs van Hugo waren zijn ge tuigen geweest en dade- k na afloop van de tro uwplechti ieheid op het ge- meentehuis en in de kerk, waren zij in hun auto ge- Sn en weggereden, met een vage verontschuldi- @ Je ij hadden zij Hugo met zijn knappe bruid gel maar zij hadden daarbij een lijkbid- dersgezich opgezet. En als zij Rosemarie eveneens hadden gefelic serd, deden zij dat op een manier, aar hun rechtzinnig rouwbeklag mededeel- 34 alsof z den. Dat komt ‚dat ik maar een boerenmeisje ben, ver beneden zijn stand » dacht de jonge bruid en zij hechtte daar verder geen belang aan. De feestvreugde was nog volop aan de gang en nog steeds werden “schoten gelost met een klein kanon, yy ser Hugo van tafel Led nd en met zijn bruid van haar ouders en familieleden afscheid nam. Zij moesten op huwelijksreis gaan en had: den plaatsen En sproken in het vliegtuig. Het was op dat ogenblik, dat een telegramdrager een expresbrief bracht. Er waren talrijke feesttele- ymmen toegekomen en niemand lette daar op. Àl- n de moeder van Rosemarie fronste de wenkbrau- n, als zij achteraan op het omslag de naam van de afzender las: Harry Vandenheuvel. ‚ Harry aan haar dochter schrijven? Had gd ernomen? Waren het gelukwensen ? lde ‚de brief en wilde hem wegbergen, haar f r plots naast haar stond en haar vroeg: — Van wie is die brief, moeder ? — Van Harry, gromde de boerin. Hier, neem hem. Maar stop hem goed weg! 25