zèer originele voorbeeld. 'Wij zitten nog steeds bij de uiterlike vraag eh nog niet bij de kern : het brengen van de lezer in de boekenvoorraad, ongemerkt, langs zijn complexe belangstellingspsyphe. L .. - ; Moet het de lezer dan zo gemakkelik gemaakt worden? In de openbare biblio- theek ? Ja ! Daarom hoeft men hem niet naar de mond te praten ,of hem laag in ’t gevlei te nemen. Dat is een andere zaak. Wij willen slechts de lezer een maximum van bevrediging bezorgen door hem te helpen in ’t bepalen van zijn keuze. Hij weet instinctief welke richting zijn affecten uitgaan, en hoe hij ze bevredigen kan. Wij zullen de stof aanvoeren naar zijn speciale psychiese geaardheid, dan van de gele- genheid gebruik maken om zijn fellows-in-law onder éen hoedje te verenigen, waar- door hij over zijn eigen grenzen kan uitïien, en opgaan in een algemene belangstelling. Aldus wordt de leuze «van boekenkennis, over mensenkennis naar maatschappelike kennis» enigszins verdieptv; ; „ihpnvfs Zo wars, als men wil doen geloven, staat' het publiek tegenover al deze principes niet wanneer het «< nieuwe dingen » geldt. De stuurloosheid, die de lezers vragen in de mond legt als « geef mij een boek om te lachen, om te schreien een boek van liefde, geen droevig boek, een boek over ’t leven (een onuitgesproken, haif-beschaamde erotiese belangstelling)» is spreekwoordelik, maar een andere uitlating blijft rmj in dl verband veel meer waard! De. man, die een boek vraagt « over goudzoekers.................... of zo iets » heeft, ongeweten, het heden behandelde vraagstuk gesteld, want zijn « of zo iets » wijst op een kernverwant interesse en duidt aan, dat haj vrede zal nemen met een grensoverschrijding, mits eerbiediging van zijn affecten. Wanneer de ^s-zelts (ga de kinderen maar na!) de vraag stellen in de dagelikse omgang, dan blijft het aüeen maar verwonderlik, dat de vaklui er zolang mee gewacht hebben om ze opnieuw e stellen, doelbewuster, en om ze op te lossen. , , Zo naderen wij ditmaal met rasse schreden het einde van ons betoog. Inderdaad, waar tot heden slechts mbriekhoofden, hetzij geldend voor boekenj-mdehngen of gel- dend voor lectuurlijsten aangehaald werden, daar moeten wij eindelik tonen, wat wij in de mars hebben, en innerlik een kijkje nemen. ■ ' . - Liefst voer ik eerst een paar bestaande voorbeelden aan, en neem dan mijn toe- vlucht nogmaals tot de 23 deeltjes « Deutsche Volksbibliographie », waaronder enkele zeer interessante specimen voorkomen. Zo is o a. het beknopte brochuurtje over de «Lynk unsrer Zeit» (Nr 17) geheel opgevat als een cursus Kort samengevat vinden wij er het volgende in : een inleidend woord over de lynek; een karaktenstiek v elke aangevoerde strekking, plus een verduidelikende nota voor elk onderdeel, k lijstjes en bij elk werk een karakteristiek soms met bijvoeging van een paar trettende versregels; bloemlezingen worden mee opgenomen, en als besluit volgt een auteurshjs . Het schema naar hetwelk gewerkt werd is het volgende; I. 1 ijdsontvrichting in de hedendaagse lyriek (=? Duitse !) 1. De expressionistiese opmarsch . . . * Omvattende : Natuurlyriek - Het lied van de grootstad - Liederen de onrust - Liefdelyriek - De nieuwe sociale Ethos m de lyriek - Keli- gieuse Lyriek - Lyriek der vergankelikheid. 2. Politieke strijdlyriek- ; . Omvattende : oorlogslyriek en révolutionnaire lyriek. 3. Het lyries. doorbreken van nieuwe werkelikheidszin II. Verinnerliking en ontwikkeling van de grote lyriese traditie 4. Hedendaagse romantiek 5. Klassieke stroming in het heden I 23