(featherweight !) van het doorsnee- Hol- landse boek (de roman van liefde voor leesgezelschappen), die zo’n kleine dunk geeft van de smaak en de redelikheid van publiek of boekhandel. De oplaag doorgaans gering (200), daar enkel geeste- like kunst geboden wordt. Een deel ge- bonden, in linnen of rijk leder, door de uitgever in persoon, C. A Mees, volgens de werkwijze van de middeleeuwse en van de vernieuwende grote Engelse boek- binders. Op wit glad van Gelder, alle verzen achter elkaar als in een schoolschrift, in een eenvoudig grijsgroen omslag en met een paar houtsneden, versieringen van Fokko Mees, de verzenbundel « Golf- ^ISCHERVWtk ^isdid-xiAir slag» van Mea Mees-Verwey, die in De Beweging en elders als « Gerda van Beveren» publiseerde. Golfslag : het leven aanvaard als een gestadig zich herhalend en toch veranderend voort- gaan, met liefde, lief en leed, groots toch voor wie het kan verstaan, voor wie in zelfvergeten een ogenblik de sluier kan oplichten. Geen vreemde, geen schitte- rende ; eerlike dichtkunst. Omvangrijker de bundel « Poëzie » van Nine van der Schaaf, in een onbedrukt gemarbreerd omslag. Het boek is uitver- kocht. Een van de minst populaire, maar een van de merkwaardigste Hollandse dichteressen is Nine van der Schaaf. Haar werk schijnt uit dromen saam- geweven. Beelden stormen steeds op haar in; die zich vermengen met eigen 20 gedachten en gevoelens en tot boeiende gedichten kristaliseren. Wat overweegt is niet te zeggen, daar niet is uit te maken wat symbool is van eigen denken en wat van buiten af werkt. Zij heeft haar eigen symboliek, en sommige gedichten zijn niet verklaarbaar (XXII). Boeiend is ook de muziek, de eentonige, aangrijpende getemperde muziek van deze verzen, méér .dan enkel rythme. Inhoud is de steeds roepende dorstinaar oneindigheid en liefde (zie blz. 41 : « Gij zingt het lied der liefde aan een verlaten strand »). Dan is daar « Friesch dorpsleven uit een vorige tijd», proza van Nine* van der Schaaf. Fokko Mees sneed houtjes voor het omslag, de titel en enkele begin- letters : zijn werk geeft het geheimzinnige van het verhaal goed weer. Want hoe alle- daags het gebeuren ook, het beginnend le- ven van een dorpsjongen en schipper (Lo- velingkon zulk verhaal bedacht hebben, de stem die het vertelt schijnt van zo diep te komen dat het de densiteit krijgt van een oeroude mythe. Deze volzinnen zijn vrij eentonig, maar met een altijd aanwezige schoon- heid. Een eenvoudig boek, met een schrijnende weemoed die echt is. Een ongelukkige liefde, een zwerven op da traag glijdende schuit van stad tot stad, het leven thuis in ’t afgelegen dorp. De titel zoekt niet te verblinden : Fries dorpsleven. Ik geloof niet dat er in deze laatste j aren een schoner boek in Holland verschenen is. Albert Verwey : De weg van het licht. Na « Goden en grenzen », dat nog een meten was, dit boek van het euwige én van het ogenblik. In een van de laatste gedichten noemt Verwey zijn sterkste macht : « Een op de onsterfelijkheid ge- richte wil ». Elders, in « De slaaf van het oogenblik » spreekt hij zich zelf uit niet als een heidens genieter maar als een die zich een deel voelt van ’t heelal, die elk ogenblik doorvoelt en begrijpt, zijn