lectuur gaat interesseeren » (P. N. Van Kampen en Zoon, uitgevers) en dat de groote nadeelen, waarmede de uitgevers, vooral nu, hebben te kampen ook zelfs niet voor een klein deel zouden worden opgeheven indien den velen onbemiddelden de gelegenheid ontnomen werd hun kennis te vermeerderen in de openbare boekerijen» (C.M. van Stockum uitgever). Want « voor zoover zij kunnen, worden goede lezers altijd koopers » (Prof. Dr. H. G. Groenewegen) en voor de schrijvers is het bestaan van openbare bibliotheken stellig slechts voordeelig; «want hun eerste belang is bekend te worden, gelezen te worden » (Dr. J. H. Gunning). En dit is de waarheid. De schrijvers, de kunstenaar zoowel als de man der wetenschap, werken om gelezen, maar niet om verkocht te worden. Het zou dan ook wel aardig zijn om te weten wat Carry van Bruggen, die eens vertelde dat iemand die haar in zijn eigen auto thuisbracht en zich beklaagde dat een harer werken niet in de leesbibliotheek verkrijg- baar was, zoodat hij dit nu wel nimmer zou kunnen lezen, en Top Naeff die schreef dat de vrouw van een millioenair haar vertelde dat zij den halven zomer onder aan de lijst van een bibliotheek had gestaan ten einde een harer boeken te bemachtigen dat zij wenschte te lezen, — wat die twee schrijfsters er wel zouden over gedacht hebben, indien zij van die millioenairs b. v. hadden moeten hooren « Ja ik koop steeds al wat van u verschijnt, maar lezen doe ik het niet ». Daarbij vergeet de heer Van Maasland dat er buiten de menschen die «in eigen auto rijden en veel geld verdoen aan mooie kleeren, sigaren, snuisterijen, honden, oud porcelein, enz. », anderen zijn die niet beter vragen dan zich een eigen welvoorziene boekerij aan te schaffen. Maar” daarvoor is goede wil alleen ook niet voldoende, En wij stemmen ten volle in met Mergar. Meyboom welke schrijft : « Ik zou ‘t misdadig vin- den, terwille van particuliere belangen een zóó uitnemend middel voor algemeene volksontwikkeling te bestrijden. Het is daarbij klare on- zin, te beweren dat de prijs der boeken zoozeer zou kunnen dalen dat het koopen voor niemand een bezwaar meer zou zijn. » Steeds en overal zullen er menschen zijn, zelfs in groote meerderheid, die onmogelijk al de boeken welke zij wenschen te lezen, kunnen aan- koopen. Het is waar dat meestal « het volk leest om de diverse gevalletjes. Om schrijver, taal en stijl maalt men niet, men wordt beheerscht door de vraag : hoe het afloopt ». Maar dan nog zal iemand, die leest om den « afloop », voordeel doen bij de lectuur. Van elk boek wordt toch 210