De Duurte van het boek Naar aanleiding van het « Congrès du Livre > schreef G. Girard [Opinion een en ander over de duurte van het boek. De schuld van den hoogen prijs van het Fransche boek wordt voornamelijkgescho- ven op de kosten van het papier, die weer voor een groot deel te wijten schijnen aan in prijsopdrijving in de landen met goede valuta. De Duitsche concurrentie is groot. Duit- sche uitgaven van oudere Fransche schrij- vers zijn reeds voor 50 centiemen te krij- gen, de misstand in het auteursrecht (Duitschland mag 30 jaar na den dood van een Fransch schrijver kosteloos drukken, Frankrijk eerst na 50 jaar) heeft daar voor een groot deel schuld aan. Belanerijke cijfers zijn ook die door J. Bourdel gepubliceerd werden. Een boek, dat in 1914, in 2000 exempl. gedrukt, den uitgever op 7/5 centimes kwam, kost hem nu engeveer 3 francs à frs. 3 50. De ver- koop van 1200 exemplaren dekte de uitga- ve. Thans brengen 2000 exemplaren àl francs nauwelijks de kosten op en verdie- IKS nen uitgever noch auteur er wat aan. Een 2 oplage van 3000 exemplaren is noodig : ze is niet bij elk boek mogelijk. Het treurigste gevolg hiervan is dat werk van jongeren en werken over geschiedenis, verzenbundels en critiek uiterst moeilijk uitgegeven kunnen worden en meest op betere tijden moeten wachten. Men heeft, om den toestand ES verbete- ren, verschillende comrmissies benoemd die de technische vraagstukken zullen be- studeeren. Een eenheidscontract tusschen auteurs en uitgevers wordt opgesteld. Reeksen lezingen worden ingericht om de publieke belangstelling aan te wak- keren. Het publiek zal dit alles wel niet waar- deeren, de prijzen dalen, meent Girard. Ook in Denemarken doet de invloed der sterk verhoogde zet- en drukkosten zich gevoelen in de productie van den voor Uit onze aanteekeningen boekhandel. Het NOL. v. d. Boekh. ver- taalt hierover een stuk van den uitge- ver J. L. Lybecker, dat in het Deensche vakorgaan verscheen : Het is noe niet zoo lang geleden, dat men in Denemarken begon met het ver- koopen van boeken tegen lagen prijs. Men had daarbij op het oog de mogelijkeden voor afzet welke de breedere volkslagen boden, wanneer hun goedkoope uitgaven, gedrukt in groote oplagen, zouden worden aangeboden. Het resultaat blijkt echter niet aanmoedigend te zijn geweest, omdat spoedig de qualiteit aan de quantiteit werd opgeofferd. De oorlogsjaren hebben nog een stijging der boekenproductie meege- bracht, doch wat is dat voor lectuur ! Weelde-uitgaven deels met het oog op de vele, gemakkelijk verworven vermogens, oorlogslectuur, zoowel van zakelijken in- houd als romans en ten slotte goedkoope onderhoudingslectuur, van de soort die, in litterair en zakelijk opzicht, aan de dage- lijksche behoeften is aangepast. Het meest te betreuren is, dat de revolutie op het ter- rein der boekenproductie, welke wel niet zal uitblijven en haar eerste gevolgen ver- moedelijk reeds dezen herfst zal doen ge- voelen, in het bijzonder de degelijke litte- tuur zal treffen. De groote auteurs handha- ven zich nog en hunne uitgevers weten er nog den weg op te vinden om hunne boe- ken te doen drukken, en de gewone onder- houdingslectuur, welke in oplagen van dui- zenden wordt gedrukt, om heden gelezen, en morgen weggeworpen te worden, vindt ook nog hare wegen. Doch alle andere lit- teratuur en de werken der jongere auteurs, die nog geen naam hebben, kunnen de drie- tot viermaal hooger kosten, vergele- ken bij die van vroeger, niet opbrengen. De auteurs vragen om verhooging van hono- rarium, wat te begrijpen is, doch niettemin zullen zij in de toekomst minder ontvangen. Juist ten opzichte der litteratuur zal men gaan bezuinigen. De idieele stroomingen zullen op den achtergrond geraken en het is denkbaar, dat wij in de ‘toekomst een 33