323 Plaatsing van literatuur volgens S.I.S.O. Er zijn slechts zeldzame gelukkigen die enig begrip hebben van de opstellingsmogelijk- heden in de rubrieken 800, 900 en 950. Het aantal mislukkingen dat te wijten is aan een verkeerde kennis van de opstellingswijze in het algemeen mag niet worden verwaarloosd. Het is inderdaad gebleken dat in tenminste twee leergangen er met geen woord is gerept geworden over dit plaatsingssysteem. Het is mij niet bekend of de Inspectie ooit verslagen heeft ingeleverd over het verkeerd-opgesteld-staan van de literatuur in vele, zeer vele openbare bibliotheken in Vlaanderen ; maar voortgaande op de resultaten lijkt een grondige aanpak van dit overigens gemakkelijk op te lossen probleem van een eerste dringendheid te zijn. 4 Suggesties en conclusie 41 Opvolging van de geslaagden Het zal geen betoog verlangen bij de bewering dat zelfs geslaagden met de grootste onderscheiding toch nog geen all-round bibliothecarissen geworden zijn. Wie is het wel ? Dit werd trouwens bij elk afscheid van de examinandi door de juryvoorzitters zonder om- wegen gesteld. Binnen een tijdspanne van 120 uren moet het aantal praktijkuren de facto beperkt blijven en kan men zich de vraag stellen of de kersverse, opgedane kennis niet voordeliger gedu- rende een bepaalde tijd de gelegenheid moet geboden worden om te bezinken en dat niet op een later tijdstip een reeks van praktische oefeningen zou moeten georganiseerd worden. Vanuit dit standpunt zou het goed zijn om regelmatig stages te organiseren voor de afgestudeerden tijdens dewelke S.I.S.O.-oefeningen, of titelbeschrijvingen, of plaatsing, of uitlening met alles wat er bij te pas kan komen, of contacten-met-de-lezer, enz. zouden behandeld worden onder vorm van geleide oefeningen, die, wat de problemen betreffen op voorhand aan de kandidaten worden opgegeven. Bevoegde instanties zullen moeten uitmaken op welke wijze stages, bijscholing en praktijk kunnen georganiseerd worden. In elk geval mag het systeem van de geconcentreerde "stage” in internaatsverband niet te vlug terzijde gelaten worden als mogelijkheid. Het voordeligst tijdsgebruik kan tevens worden bereikt wanneer slechts één onderwerp per stage wordt behandeld. Overzichten en algemene inleidingen dienen achterwege te blijven. 42 Aanpassing van de titelbeschrijving Voor de titelbeschrijving heeft de Hoge Raad voor de Openbare Bibliotheken terecht geopteerd voor de Nederlandse Rijksregels (1). In de eerste uitgave van de syllabus zijn de aanbevelingen van de Commissie die de Akte van Bekwaamheid behandeld heeft strikt gevolgd, maar grondig overleg met een uitgebreide groep bibliothecarissen heeft na de publikatie van die eerste syllabus aangetoond dat elke wijziging van een regel gelijk staat met een sneeuwbaleffect. Anderzijds kan niet worden ontkend dat de bibliothecaris in de part-time bibliotheek niet over dezelfde mogelijk- heden beschikt als in de full-time instelling. Vraag blijft ook of in de "grote” openbare bibliotheek de waarde van de volledige, zogenaamde bibliografische titelbeschrijving niet sterk overschat wordt. Hoe ook, om de uniformiteit zo hoog mogelijk te waarborgen zou elke aanpassing moeten vermeden worden, maar er zou kunnen overwogen worden om een aantal elementen niet op te nemen. Zeer belangrijk is de opeenvolging van de gegevens zoals hoofdwoord, titel. enz. ; even belangrijk is de catalografische schrijfwijze van die (1) REGELS voor de titelbeschrijving ; bewerking van de "Regels voor de titelbeschrijving inzake het bibliotheekweze”, voor het glbruik in openbare bibliotheken; 4de gew. uitg.'s-Gravenhage, N.B.L.C., 1973. Bibliotheekgids — Jg. 52 — Nr. 1 — 1976 / 41