} | | m| __ Ea 7 Wanneer zal dan die heimelike pijn, die niemand weet of weten zal, ten einde zijn ? Wanneer zal ik me moeten verbergen, zeer timied, en schuchter doen, omdat een man mijn naaktheid En wanneer zullen beter sterkre handen m’n schouders omvatten en mijn lijf strelen, als ik, ’s avonds, van verlangen moe, alvorens slapen gaan, wel doe. (Dan ben ik naakt en mijn naaktheid wiegel ik vòòr de zacht-belichte spiegel, - de elektriese lamp is gehuld in een zijde-bloedrode bloem. Ik wacht en voel ’t immense van mijn leed, wijl ik slechts vaag weet mijn leven inkompleet. 26 Mei '16.