Full text |
AART VAN DER LEEUW
Welk een bewonderenswaardig boekje is weer dit Vluchtige Begroetin-
gen. Op honderd bladzijden meer dan veertig kleine vertellingen, die onna
zonder uitzondering schoon en ontroerend zijn. BBBÉMl
Van der Leeuw is niet alleen vijftien jaar en langer zichzelf ^-J
Gebleven- maar hij heeft zijn kunst zoowel uitgezet als verdiept. Begonnen
als leerling van Arthur van Schendel, legde hij al dadelijk m de kostelij e
vonden van een verfijnde SÈÊËM gewaarwording ,n
san een droomer en schouwer. Zijn verbeelding wist zich los te maken
en dolend door Middeleeuwen en Renaissance en de genietingen van zij I
eigen leven, ontdekte hij de natuur als een jjjiiMi
die op eigen wijze aan haar scheppingsvermogen deel had Een we
ontstond zoo in hem en buiten hem. De laatste hield met op hem met haar
wonderen te omstroomen en door hem erkend en vervormd te ^
eerste was onuitputtelijk in het voortbrengen van gesta ten. Vertelling
en gedichten leefden voortaan, ook voor onze oogen, als een wereld op
zichzelf Terwijl hun zin met de jaren dieper werd, noopte hun uitdruk-
king in de taal, niet minder dan de overvloed van hun gedaanten, ons t
beH°ettehhoe smijdig, hoe rijk aan woorden en bewegingen is deze taal
die zich langzamerhand! om tallooze verschijnselen van onze uiter ij
werkelijkheid heeft heengelegd als een glimlach, als een droomenwaas g|
een vruchtendons, en ons telkens weer overtuigt hoe vol bekoring ze z j ,
mits men de oogen van een dichter heeft. - . ,
Deze dichter heeft maar een enkele maal gepoogd om tot de wereld van
zijn tijd uittegaan en sommige van haar naaktheden blootteleggen. nmv 1
dellijk daarop keert hij weer tot zichzelf terug, tot zijn eigen « *
scheppingsdag. Zoodra hij dat doet is er weer geen eind aan de wondw *. ■
Wie zou „ic, verwen da. hij in znlk een klein MSMfeal
kon schrijven. Maar niemand vermag het dan deze eene. Hij heeft gg
maar neer te zetten en niet van alle vier de windstreken, maar langs al de
driehonderdzestig graden waarin de zonneroos verdeeld wordt, zweven
de gestalten hem tegen, gedaanten uit alle landen en tijden, en zoo georden
dat de eeuwige zon in hun midden blijft. . , •
Deze vereeniging van vaste, zinnige geest met een emdelooze verschei-
denheid van nooit vage, van als werkelijkheid kenbare «BSH
Van der Leeuw zijn aangeboren. Maar vraag met welke onafgebroken
zelftucht er noodig was eer een zoo oneindig gevoel,ge zmtu.gehjkhe.d,
zoo open voor de wind van iedere bekoring, zich temmen het tot onder-
werping aan dit kunstenaarschap. Het zou niet mogelijk z„n geweest
indien ook niet dit kunstenaarschap hem bij de geboorte gegeven was. H-t
een, zpowel als het ander, de gevoeligheid van gewaarwording en verheel-
125 |