Full text |
39S
Ï9Q
gier
Jam
l jat
,av<fi§
il
ssnag
eJiav ;
njjxn
atiiaz
en dat de herdruk even verzorgd als
deze zijn zal. De uitgevers verdienen
namelijk groote lof, niet alleen omdat zij
een druk die tot nu toe niet voor de
eerste doorging op goede gronden als
zoodanig hebben erkend en aan hun
uitgaaf ten grondslag gelegd; maar ook
omdat zelfs prof. Blok hun niets dan de
onbelangrijkste van alle drukfouten (g
voor gh, z voor s, ck voor k, naar voor
naé) kon ten laste leggen.
Prof. Blok valt ook mij persoonlijk
aan. Hij acht het een flater dat ik, in
mijn Voorwoord de stijl van De Villiers
prijzende, niet gezegd heb dat de neder-
landsçhe bewerking een vertaling is
van De Villiers’ fransche, en wel door
een ander dan De Villiers opgesteld.
Maar ik zou die flater dadelijk opnieuw
begaan. Dat de Apologie oorspronkelijk
niet in het nederlandsch werd geschre-
ven, is van algemeene bekendheid : het
staat in een paar van de oudste uitga-
ven te lezen. En dat de «fransche»
predikant de Villiers, zooals ik hem
uitdrukkelijk noemde, zelf de gelijktijdig
met het oorspronkelijk verschenen ver-
talingen — nederlandsche, duitsche, la-
tijnsche — zou gemaakt hebben, was
voor ieder die even nadacht onaanne-
melijk. Mijn karakteristiek van zijn stijl
betreft daarom juist zulke trekken als
niet enkel in het fransch, maar ook in
het nederlandsch gemakkelijk zijn waar-
tenemen. Het is de fout van prof. Blok
dit niet te hebben opgemerkt. Men moet
ook niet vergeten van wat voor aard deze
vertaling is. Niet de eerste de beste,
waarlijk; maar een met het oorspronke-
lijk gelijkwaardig geachte ambtelijke uit-
gave, en dan nog wel in de landstaal.
Ik begrijp dat het prof. Blok onaan-
genaam aandoet, de vraag naar het
vertalerschap, die hem zoozeer ter harte
gaat dat hij er onlangs een, ook naar
mijn meening, afdoende studie over ge-
schreven heeft, in deze uitgaaf niet ver-
meld te zien. Maar ik blijf van oordeel
dat ze in een inleidend woord als het
mijne niet op haar plaats zou zijn.
Albert Verwey.
Noordwijk-Zee n Sept. 23.
Boekbinders die niet mochten
kunnen lezen !
Het « Bulletin de la Maison du Livre
français » van 15 September bevat het
volgende :
Wanneer men oude boeken hanteert
en hun ruggen bekijkt ziet men zeer
dikwijls dat de titels deerlijk mishan-
deld zijn en vaak onleesbaar. Zoo ziet
men, in plaats van Mémoires deM. Joly,
Mémo de Mioly staan, Lettre de Lad.
Mabov in plaats van Lettres de la
duchesse de Malborough, enz.
Dat komt doordat de meeste binders
toentertijd, met name die van het hof,
van de Cour des Comptes, de verschil-
lende ministeries enz., gebonden waren
niet te kunnen lezen. Alvorens in dienst
te treden, verhaalt Etienne Pasquier, in
zijn Recherches de la France, moest de
binder van de Rekenhof zweren dat hij
niet kon lezen. Zoo vermeed men dat
hij de geheimen van de compagnie
doorgrondde en uitstrooide wat hij ver-
nomen had. Deze onwetendheid ver-
dween slechts na de omwenteling, en
het is dikwijls een heele kunst den rug
van oude boeken te ontcijferen ; de
knapste bibliophielen zijn dikwijls per-
plex gebleven voor zulke brabbeltaal.
De standardisatie van de
papierformaten.
Tot het bereiken van deze standardisa-
tie heeft er te Washington in Juni een
congres plaats gehad, dat 80 vertegenwoor-
digers van de betrokken industries ver-
eenigde. Het verbond van Amerikaansche
uitgevers was er vertegenwoordigd. Het
initiatief ging uit van het Ministerie
voor Handel.
Het besluit was, en ook de uitgevers
■ft
ilM
I
285 |