78 Algemeene regels, om de jeugd 9, deugdzaam te fchijnen, en zijne fchelm{tuk- 3, ken te vrijer te kunnen uitvoeren,” VIJFDE REGE Le Volst bij het verklaren eene goede orde. Daar- toe wordt vereischt: Vooreerst: Dat gij wel overweegt, wat voor uwe fcholieren moet opgehelderd worden: want vele zaken behoeven geene verklaring , omdat zij dezelve genoeg kennen , om ze van gelijk: foortige te kunnen onderfcheiden, en het niet noodig is, dat zij er eene duidelijke befchrijving van geven, bij voorbeeld: wat brood, vleesch, water is, en duizend andere dingen meer. Voorts kunnen verfcheiden zaken aan vele kinderen nog niet verklaard worden, omdat zij nog te weinig vaardigheid in het denken, en geenen genoeg- zamen voorraad van denkbeelden bezitten, om de verklaarde zaak behoorlijk te begrijpen. Over het algemeen zijn alle afgetrokken verklaringen, dat is zulke, waarin alleen de algemeene ken= merken eener zaak worden uitgedrukt, voor kin« deren, nog aan denken niet gewoon, zeer mogie jelijk. De verklaringen derhalve, welke aan dee ze kinderen gegeven worden , moeten zoo weie nig afgetrokken zijn als mogelijk is , en niet te diep in de zaak indringen, of te fijn gefponnen zijn: want anders zullen zij hun verftand vere bijsteren , in plaats van ophelderen. Om nu de verklaringen minder afgetrokken te maken , daar« toe is het een goed middel, dat men, in plaats van het zelfflandig naamwoord, een werkwoord gebruike , bij voorbeeld: in plaats van: de leue gen is eene onwaarheid, de diefftal is eene onte wieeme