Over den post eens Schoolleeraars, 7 de kweekfchole uwer Gemeente; bevorderaars van het geluk der u toevertrouwde kinderen 5 bewaarders van de beeldtenis des Eeuwigen 5 opzieners van den tempel der deugd, en leids- lieden en voorgangers uwer leerlingen op-den weg ten Hemel; en ‘het zijn alle deze ondere fcheidene betrekkingen; ten aanzien van welker behoorlijke vervulling gij de ftiptfte naauwgezet- heid moet in acht nemen, wilt gij u zelven voor cop en menfchen niet verantwoordelijk ftellene Dan, laten wij nuook-eens zien: Wat een Schoolleeraar te vreezen hebbe, warns neer hij zijnen post, door eigene Schuld; niet wel waarneemt, Verdrukking en benaaumdheid is het. deel van alle ziele des menfchen , die het kwade werkt (* Da Gij bedrijft een zeer groot kwaad, wanneer gij den u aanbevolen post niet naar waarde vervult: want gij wordt een-meinëedige, en. ordankbaar jegens cop, die u-tot zulk een eerwaardig en gewigtig ambt geroepen heeft; ongehoorzaam je- gens-uwe overheid, welke u deszelfs getrouwe waarneming zoo zwaar op het harte drukte; one regtvaardig omtrent de ouders uwer fcholieren en uwe geheele Gemeente , omdat gij het féhool» geld en ander inkomen , daar aan verbonden, tot uw onderhoud geniet, zonder het te ver- dienen, en dus eenen heimelijken diefftal be- gaat; en eindelijk, gij wordt een openbaar bee drieger uwer kweekelingen, overmits gij hen, ia plaats van hun, geluk te bevorderen, een onher. ftelbaar nadeel toebrengt, — Zonder goud en zil- ver C*) Romeinen Il: 9.