In zitting van den Gemeenteraad van 14 September 1903 was er spraak van de verordening van inwendigen dienst der Stadsboekerij. De heer A, Poppe, schepen van onderwijs, deelde mede, dat de Com- missie, na grondig onderzoek besloten had het oud Reglement te behouden. Het bevatte de volgende punten : 1° De Boekerij kan geraadpleegd worden op zekere dagen. 2° Wie zulks verlangen kunnen boeken ter lezing bekomen, mits die aan te vragen bij het Schepencollege, en een bewijs van ontvangst te teekenen. In November van hetzelfde jaar nam het gemeentebestuur eene belangrijke beslissing. De Bibliotheek zou voortaan open zijn des Zon- dags van 10 tot 12 en den Maandag van 16 tot 19 ure. De heer Arthur Désiron werd aangesteld als Bibliothecaris, en stelde een catalogus der boekwerken op. Den 29™ April 1906 deelde het weekblad « Onze Stad » mede, dat de heer Alfons de Cock, rustend apotheker, de catalogus der Openbare Stadsbibliotheek had afgewerkt. Deze catalogus was geschreven op 50.000 fichen, geplaats in 50 schuiven, en alles was gerangschikt naar de laatste gegevens der wetenschap. De schrijver eindigde zijn artikel als volgt : « Hij heeft een werk achtergelaten onschatbaar onder alle » opzichten, en dat binnen lange jaren dienst zal bewijzen aan ons )) leerzuchtig publiek. » Het bleek weldra dat die catalogus bijna volkomen onbruikbaar was, daar de heer de Cock de tijdschriften had geëxcerpeerd zonder zich te bekreunen of de nummers die hij er aan gaf overeenstemden met de nummers die zij droegen ter bibliotheek. Voor de boekwerken geeft hij geen enkel nummer op. Het gevolg was dan ook dat zijn catalogus bleef slapen, tot in 1921 de nummers waren ïn concordancie gebracht. Op het einde van 1907, als er begon spraak te worden van het oprichten van een nieuw museum, werd het gedacht geopperd of het niet goed zoude geweest zijn de Openbare Stadsbibliotheek in het oud- — onder dak te brengen. Als argument haalde men aan, dat de Bibliotheek moest dienen voor kiesbewerkingen en daardoor weken lang voor het publiek gesloten bleef. Er kwam inderdaad steeds meer belangstelling voor de Bibliotheek en in t Stadsverslag van 1908 vinden wij dat het Stadsbestuur verschil- lige nieuwe werken had aangekocht, zoodat einde van dit jaar de Stads- boekerij 6204 boekdeelen bezat. Er waren dit jaar 2557 volumina uit- geleend. In de volgende jaren klom het aantal banden tot 6482. De uitlee- mngen verminderden echter voortdurend, en waren in 1912 gezonken tot 1634. De Openbare Bibliotheek was nauwelijks in het Oud-Museum 48