Full text |
IETS GEDAAN ? — JA.
AL GEDAAN?
NEEN, NEEN !
Met groot genoegen voldoe ik hier aan den wensch van onzen Voorzitter,
om, ter wille van de klaarheid en de overzichtelijkheid, de te Roesselare
uitgebrachte woorden en conclusies op.papier te zetten..
Alles wel beschouwd is dat maar goed ook, want verba volent, scripta
manent... Vooral is het maar goed omdat velen zouden kunnen meenen dat
ik juist de scherpste woorden liefst het vliegerspad zou hebben zien kiezen,
en niets is minder waar dan dit. Dat neerschrijven heeft die goede zijde, dat
de lezers .nu juist zullen zien wat bedoeld werd, en dat niet in het minst
gespot werd met het oude. Ook heeft de jeugdige overmoed zijn holle trom -
niet voor zich uitgedragen. Persoonlijk ben ik erg gesteld op het neerschrfp
ven van de rede van Roesselare, omdat door het paar gegeven replieken zoo
zonneklaar gebleken is, dat op stuk van bibliotheekwezen nog lang nevens
elkander heen zal gepraat worden in België, juist omdat men zich niet boven
de materie verheft, omdat men zich niet op objectieven afstand houdt en om-
dat men moeilijk loskan van wat nu eenmaal IS. Sommigen houden er aan
dingen met elkander te vergelijken; die op den keper beschouwd niet verge-
lijkbaar zijn,'omdat de grondslagen verschillen. Ik stelle mijn verwachtingen
in die hope, dat de neergeschreven feiten anders zullen klinken dan de bij
monde weergegeven zelfde feiten; immers de eerste ontdaan, van hun oogen-
blikkelijke door het temperament gekleurde kracht zien er makker uit dan
de tweede. Maar zij werken langer na^...
Ziehier dan de enorme philippica.
De Vlaamsche Vereeniging van Bibliothecarissen had de gelukkige
gedachte opgevat naar Nederland te reizen om eens vast te stellen hoe
het Bibliotheekwezen er waait en draait. Over deze reis bracht Van dén
Berghe in Bibliotheekgids een leuk verslag uit èn ik gaf mijn ervaringen
ten beste in «De Volksgazet», Punt en kruis zetten daarna, dat ging.niet
op: dat voelde elk wel, die medegereden had, en al hotsende en botsende
werd beslist dat ondergeteekende een spreekbeurt zou op zich nemen óp
het eerstkomende Kongres. Aan de hand van beide verslagen zou hij ZIJN
conclusies voorleggen. Er zal dus niet verhaald worden wat wij gezien heb-
ben: er zal enkel over een paar punten uitgeweid worden.
Het verheugt mij dat de Heer Putman, Inspecteur voor West-Vlaande-
ren de gebruikelijke cijfersymphonie naar een zeer te waardeeren criterium
tot haar ware gedaante terugbracht. Het officiëele geluid kreeg een nieu-
wen klank. De conclusie was:, het kan beter; maar er is vooruitgang. Er
is vooruitgang op den ingeslagen weg. Maar wie zegt, dat de ingeslagen
weg de goede is? Wij lezen onzen vooruitgang NAAR ONSZELF af en
beschouwen de ontwikkeling (niet de ont-wikkeling), den groei naar de
21 |