M. NAMENWIRTH, HOOFDBIBLIOTHECARIS VRIJE UNIVERSITEIT ■ BRUSSEL. de centrale bibliotheek van de vrije universitelt brussel Enige maanden geleden vond de plechtige viering plaats van het vijfjarig bestaan van de Vrije Universiteit Brussel (VUB) en het is ook ruim vijf jaar geleden dat de Centrale Bibliotheek van deze instelling in het leven werd geroepen. Aangezien het om een Vlaamse bibliotheek gaat waarover in het Vlaamse land (te) weinig bekend is, wil ik proberen langs deze weg de nodige (beknopte) informatie te verschaffen over de realisaties van de laatste jaren en de plannen voor de toekomst. Geschiedenis en huidige situatie. Toen de unitaire Brusselse Universiteit vijf jaar geleden gesplitst werd in twee autonome universiteiten, n.l. in een Franstalige en in een Nederlandstalige, werd besloten het bestaan- de bibliotheekbestand niet op te splitsen (zoals dat in Leuven wel gebeurde) maar de historische collecties intact te laten onder beheer van de moederuniversiteit, de Université Libre de Bruxelles (ULB). Dit echter met dien verstande, dat de collecties van de ULB onder de zelfde voorwaarden beschikbaar zouden zijn voor de twee universitaire gemeen- schappen. Het is duidelijk dat deze beslissing zowel voor- als nadelen met zich mee heeft gebracht. Het intact laten van de historische collecties heeft al die problemen vermeden die de verdeling van een uitgebreid bibliotheekbestand onvermijdelijk tot gevolg heeft. Bovendien, het feit dat de VUB bibliotheek, van het nulpunt vertrekkend, een fris begin kon maken op bibliotheektechnisch gebied, heeft natuurlijk ook niet te verwaarlozen voor- delen met zich meegebracht. Daar staat tegenover dat de nieuwe universiteit haar activi- teiten moest beginnen zonder die documentatiebronnen die toch noodzakelijk zijn ter ondersteuning van universitaire onderwijs- en onderzoeksprogramma’s. De ontwikkeling van een zelfstandig VUB bibliotheeksysteem is betrekkelijk langzaam op gang gekomen. Dit is in eerste instantie te verklaren uit het feit dat, alhoewel de twee universiteiten administratief gescheiden werden, dit ruimtelijk niet het geval was (en voor de meeste faculteiten ook vandaag de dag nog niet zo is). Aanvankelijk kwam er een zelfstandige aanwinstenafdeling tot stand - later ook VUB diensten voor de catalografie en de tijdschriftenadministratie - de bruikleen (en interbibliothecaire bruikleen) zijn lang unitair gebleven. Sinds een paar jaar heeft de VUB eigen, bescheiden leeszalen kunnen inrichten voor alle zeven faculteiten, en beschikt ook over een zelfstandige interbibliothe- caire bruikleenafdeling. Gezien de zeer beperkte beschikbare ruimte op de gemeenschap- pelijke campus te Elsene (en ook op het medisch complex in de binnenstad) staat een behoorlijk deel van het boeken- en tijdschriftenbestand noodgedwongen in de kantoren van wetenschappelijke eenheden, en dit in direct conflict met de bestaande politiek om, met uitzondering van zeer beperkte handbibliotheken, het gehele bibliotheekbestand centraal te bewaren en te beheren. Vóór januari 1977 hoopt de VUB echter al haar faculteiten op de nieuwe campussen te Etterbeek en Jette te kunnen onderbrengen, zodat deze politiek van centralisatie en concentratie ten uitvoer gebracht kan worden (hierover meer later!). In de beginjaren heeft de bibliotheek ten zeerste geprofiteerd van het advies van Prof. Vervliet, de hoofdbibliothecaris van de U.I.A. en de huidige voorzitter van de Sectie Weten- schappelijke Bibliotheken van onze Vereniging. Het is dankzij zijn bemiddeling dat de 134 / Bibliotheekgids — Jg. 51 — Nr. 3-4 — 1975